Zitting van 21 december 2017

 

Aanwezig de dames en heren:

Paul Dams: Burgemeester;

Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Elynn Van Uffel, Jan Van Herck: Schepenen;

Koen De Vadder, Paul Vandyck, Chris Lievens, Nick De Rijck, Petra Vreys, Theo Smets, Diana Van Leemputten, Luc Van Eesbeek, Tjorven Puype, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Kris Olemans, Paul Vermeylen, Geert Laporte, Diane Van Brussel, Liliane Van Muysen: Raadsleden;

Wim Vandenbroeck: Gemeentesecretaris;

Het proces-verbaal van vorige zitting wordt goedgekeurd.

 

Vanaf punt P.21 verlaat Alain Verschaeren, Raadslid de zitting.

 

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Secretariaat

P.1.Dossiernaam: Verslag vorige vergadering
Onderwerp: Goedkeuring verslag gemeenteraadsvergadering d.d. 30 november 2017

 

Voorgeschiedenis

30 november 2017: gemeenteraadsvergadering

 

Juridische grond

15 juli 2005: Gemeentedecreet artikel 33. De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige raadszitting goed.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 30 november 2017 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Secretariaat

P.2.Dossiernaam: Adviesraden
Onderwerp: Mededeling verslagen gemeentelijke adviesraden conform artikel 200 §3 Gemeentedecreet

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Secretariaat

P.3.Dossiernaam: Politieverordening inzake bewakingswet 01.01.2018
Onderwerp: Grote Prijs Sven Nys op 1 januari 2018

 

Juridische grond

- Gemeentedecreet, inzonderheid de artikels 2, 42§1, 43§1, 57§1 en 64;

- De nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikels 119, 119bis, 119ter, 134 en 135§2;

- Wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties;

- Koninklijk Besluit van 7 januari 2001, tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13 mei 1999, betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties;

- Wet van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet;

- Wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet;

- Wet van 20 juli 2005 houdende  diverse bepalingen, inzonderheid de artikelen 21 en 22;

- Koninklijk Besluit van 17 maart 2005 tot vaststelling van de inwerkingtreding van de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet;

- Koninklijk Besluit van 5 december 2004 houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119bis, §6, tweede lid, 1° van de nieuwe gemeentewet;

- Gemeenteraadsbesluit van 19 december 2005 houdende aanpassing van het politiereglement op administratieve sancties;

- Gemeenteraadsbesluit van 28 augustus 2005 houdende aanwijzing provinciale ambtenaren voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes;

- Een daadwerkelijk gemeentelijk handhavingsbeleid kan de gemeente meer armslag bieden bij het afdwingbaar maken van plaatselijke politiereglementen en verordeningen;

- De handhaving van administratief strafbaar gestelde overtredingen biedt de gemeente de mogelijkheid sneller te reageren op problemen van lokale aard;

- Dit reglement legt de wettelijke verplichtingen en administratieve straffen vast inzake de overtredingen die in de gemeentelijke reglementen administratief strafbaar werden gesteld;

- Er is noodzaak tot het instellen van een definitief politiereglement op de administratieve sancties;

- Er dient rekening gehouden te worden met de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten gewijzigd door de wetten van 18 juli 1997, 9 juni 1999, 10 juni 2001, 25 april 2004, 7 mei 2004, 27 december 2004, 2 september 2005, 8 juni 2006, 27 december 2006 en 1 maart 2007;

 

Argumentatie

Het is nodig deze politiemaatregelen te nemen om het goede verloop van de veldritwedstrijd Grote Prijs Sven Nys enerzijds en de openbare orde, rust en veiligheid van de bevolking anderzijds te verzekeren.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De organisator kan vrijwilligers aanstellen in het kader van de bewakingswet mits te voldoen aan art. 2, §1 bis van de wet van 10 april 1990, te kunnen aantonen dat deze vrijwilligers lid zijn van de organiserende vereniging, en deze hun bewakingsactiviteiten sporadisch en onbezoldigd uitoefenen. De aanvraag hiertoe dient uiterlijk 3 weken voor de datum van het evenement toe te komen bij de burgemeester.

 

Art. 2:

De lijst van bewakingsondernemingen die activiteiten zullen uitoefenen in het kader van de veldritwedstrijd Grote Prijs Sven Nys dient 3 weken voorafgaandelijk aan het evenement toe te komen bij de burgemeester. De informatie die dient meegedeeld te worden betreft de naam en het adres van de betrokken bewakingsondernemingen, de personalia van de bewakingsagenten die zullen ingezet worden en de personeelsleden van de betrokken bewakingsfirma’s die de leiding over deze bewakingsagenten zullen uitoefenen, de aard van de bewakingsactiviteiten en de data en plaatsen waarop de bewakingsactiviteiten zullen uitgevoerd worden.

 

Art. 3:

De fouilles van personen in het kader van de toegangscontrole, zullen enkel mogen worden uitgevoerd ter hoogte van de ingang van het festivalterrein en mogen slechts uitgeoefend worden mits uitdrukkelijke toestemming van de burgemeester onder de omstandigheden van art. 8 paragraaf 6 bis van dezelfde wet. De aanvraag hiertoe dient 3 weken voorafgaandelijk aan het evenement toe te komen bij de burgemeester en dient vergezeld te zijn van de volgende gegevens:

- de personalia van de vrijwilligers die de fouilles zullen uitvoeren;

- de lijst van de bewakingsondernemingen en de personalia van de bewakingsagenten die de fouilles zullen uitvoeren;

- de vermelding op welke tijdstippen en in welke omstandigheden de fouilles zullen gebeuren.

Fouilles bij uitgangscontrole zijn niet toegestaan.

 

Art. 4:

Iedereen die professioneel met een bewakingsactiviteit belast is, dient op een duidelijk leesbare wijze, ofwel een herkenningsteken (badge) te dragen conform art. 8, paragraaf 3 van de bewakingswet, waarop duidelijk hun naam, de naam van de onderneming waarvoor ze werken en het adres van de exploitatiezetel staan vermeld, ofwel de identificatiekaart. Ze moeten tevens in het bezit zijn van de door de Minister van Binnenlandse zaken afgeleverde identificatiekaart en drager zijn van werkkledij conform het MB van 8 juni 2007 tot bepaling van het model van de werkkleding en het embleem van bewakingsagenten.

Wat de vrijwilligers betreft die met een bewakingsactiviteit belast zijn dienen deze één en dezelfde werkkledij te dragen waardoor ze, duidelijk onderscheiden van andere functies en van de professionele bewakingsagenten, door het publiek kunnen worden herkend als verantwoordelijk voor een securitydienst. Ze dienen tevens een badge te dragen met vermelding van hun naam, functie en de dienst waarvoor ze werken.

 

Art. 5:

Het gebied omschreven met perimeter als volgt :

- Moorsemsestraat

- Bossepleinstraat

- Kerkebosstraat

- Balenbergstraatje

- Balenbergstraat deel begrepen tussen Moorsemsestraat en Kerkebosstraat

De perimeter zal ingesteld worden op 01.01.2018 vanaf 07 uur tot ten laatste 21 uur als zone waarbinnen bewakingsactiviteiten kunnen worden uitgeoefend in de zin van art. 11§3 lid van de wet van 10/04/90.

Voornoemde perimeter dient op zichtbare wijze voor het publiek afgebakend te zijn volgens de bepalingen van het MB van 19 oktober 2006 tot bepaling van de wijze van aanduiding van het begin en einde van de zone onder toezicht, bedoeld in artikel 11§3 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.

Derhalve kunnen personen belast met toezichtsopdrachten in de zin van de wet geplaatst worden aan de nadarbarelen binnen voormelde perimeters.

 

Art. 6:

Het uitvoeren van georganiseerde rondes door private personen, bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten met het oog op het verzekeren van de orde buiten de afgebakende zone zoals bepaald in art. 5 is verboden.

 

Art. 7:

Al de personen die in dit kader worden ingezet dienen elke strafbare handeling die door hen wordt vastgesteld onmiddellijk door te geven aan de politiediensten.

 

Art. 8:

Deze verordening wordt overeenkomstig het gemeentedecreet bekend gemaakt.

 

Art. 9:

9.1. De leden van de lokale en van de federale politie en de door de Koning aangewezen ambtenaren en diensten zijn gelast met de uitvoering van deze verordening.

9.2. Overtredingen op de beschikkingen worden gestraft met administratieve geldboetes opgelegd door de bevoegde administratieve overheid.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Secretariaat

P.4.Dossiernaam: Politieverordening adm. 01.01.2018
Onderwerp: Politieverordening inzake administratieve politie te Tremelo n.a.v. de veldritten 'Grote Prijs Sven Nys' op de Balenberg d.d. 1 januari 2018

 

Juridische grond

15 juli 2005: Gemeentedecreet

Nieuwe Gemeentewet.

 

Argumentatie

Naar aanleiding van de veldritten "Grote Prijs Sven Nys op de Balenberg" van 01.01.2018, is het nodig om maatregelen te nemen om de inwoners te laten genieten van de voordelen van een goede politie, meer bepaald de openbare reinheid, orde, rust, veiligheid en gezondheid.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

In de hiernavolgende straten of delen van straten is het op 01 januari 2018 zonder voorafgaandelijk toelating van de Burgemeester verboden, op het openbaar domein en in openlucht op privé-terrein, een verkoopsstand op te stellen, welke ook de aard van de te verkopen zaken wezen: Moorsemsestraat, Bossepleinstraat, Bredevennestraat, Balenbergstraat, Balenbergstraatje, Kerkebosstraat, Beulkensstraat, Kapellestraat, en Hannekensstraat.

 

Art. 2:

In de vernoemde straten, onder art. nr.1, is het op 01/01/2018 verboden zonder voorafgaande vergunning van de burgemeester:

-  folders, gadgets, flyers, gratis publicaties uit te delen;

- enige bijkomende reclame of bijkomende publiciteit te maken in de vorm van panelen, affiches, voertuigen, spandoeken of welke vorm ook, op of langs de openbare weg, met uitzondering van de bestaande panden en de door de organisatie voorziene ruimte.

 

Art. 3:

Reclameborden, affiches en andere reclamemiddelen in strijd met deze verordening worden gebruikt, aangewend of geplaatst, kunnen worden verwijderd door de gemeentelijke diensten op kosten of risico van de overtreder die ze plaatste of gebruikte en onverminderd de voorziene strafsanctie.

 

Art. 4:

Onderhavige verordening treedt in werking, onmiddellijk na de bekendmaking ervan overeenkomstig art. 112 van de gemeentewet.

 

Art. 5:

De leden van de Lokale en van de Federale Politie zijn gelast met de uitvoering van deze verordening. De inbreuken op de beschikkingen van deze verordening zullen gestraft worden met politiestraffen.

 

Art.6:

Afschrift van onderhavige verordening zal worden overgemaakt aan de bevoegde overheden.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Grondgebiedzaken

 

Ruimtelijke ordening

P.5.Dossiernaam: SV 2017127. Grondafstand.
Onderwerp: Gemeenteraadsbeslissing 2017127 van de grondafstand  aan de gemeente Tremelo zoals voorgesteld in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning van De Eetkomeet op het perceel gelegen Baalsebaan 320, 3128 Tremelo, gekadastreerd afd. 2 sectie C nrs. 243 E2, 255 R.

 

Voorgeschiedenis

          Ontvangstbewijs: 29 september 2017 van de digitale aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor het project gelegen Baalsebaan 320, 3120 Tremelo gekadastreerd (afd.2) sectie C nrs. 243 E2, 255 R.

          Het dossier kreeg het gemeentelijk refertenummer: 2017127.

          Het openbaar onderzoek werd ingesteld van 27 oktober 2017 tot 26 november 2017. Er werd één bezwaarschrift ontvangen.

 

Feiten en context

Er werd door De Eetkomeet nv een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd voor het vellen van hoogstammige bomen, het bouwen van een handelsruimte, speeltuin, brasserie en feestzaal.  Deze aanvraag is gelegen: Baalsebaan 320, 3128 Baal, gekadastreerd (afd. 2) sectie C nrs. 255 R en 243 E2.

In dit dossier wordt een grondafstand aan de gemeente Tremelo voorgesteld voor een strook van 5 meter naast de aanwezig waterloop.  De gemeenteraad dient een beslissing te nemen inzake deze grondafstand.

 

Juridische grond

          Het gemeentedecreet van 15 juli 2005

Het gemeentedecreet regelt de werking van de lokale besturen. Artikel 42 bepaald dat de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen over de zaak der wegen.  Dit betreft zowel de aanleg van nieuwe wegen, de tracéwijziging als de verbreding of de opheffing van bestaande gemeentelijke wegen.

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De VCRO vormt de basis van het ruimtelijk ordeningsrecht. Het is een grondige aanpassing van het decreet van 18 mei 1999 met integratie van de wet van 29 maart 1962.

De basisbeginselen van de VCRO bestaan uit de stelling dat de ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden.

Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen.

Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit (art 4)

De bouwvergunning wordt stedenbouwkundige vergunning genoemd, met onderscheid in procedure van een ontvoogde gemeente (1999) en niet ontvoogde gemeente (1962).

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de gemeenteraad een beslissing neemt in de zaak der wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de verkavelingsaanvraag.

          Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

          Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

          De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen.

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2005 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging (verv. BVR 9 september 2011, art. 1)

          Het grond- en pandendecreet van 27 maart 2009

De doelstelling van dit decreet bestaat erin om in elke gemeente voldoende sociale woningen te voorzien.

 

Argumentatie

Het behoort de percelen gedeeltelijk en plaatselijk door inlijving in het openbaar domein te bekomen zoals duidelijk staat aangeduid op de bijgevoegde plannen die werden onderworpen aan een openbaar onderzoek.  De gronden zullen kosteloos door de gemeente verkregen worden zodat er geen schatting van de waarde nodig is.

Het betreft de erfdienstbare strook van 5 meter naast de beek die mogelijk toekomstig kan worden gebruikt als trage verbinding, als voor het ruimen van de waterloop.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De strook in gele tint (lot 2) zoals aangeduid op bijgaand voorontwerp op de percelen gelegen Baalsebaan 320, 3128 Baal en gekadastreerd sectie C nrs. 243 E2, 255 R, dat met deze beslissing één geheel uitmaakt, goed te keuren.

 

Art. 2:

De grond voor een gecumuleerde oppervlakte van 04 are 16 ca, waarvan de inneming nodig is voor de uitvoering van het ontwerp zal gratis aangeschaft worden bij wijze van onteigening in der minne en om reden van openbaar nut.

 

Art. 3:

De akte van gratis grondafstand, ten laste van de aanvrager, zal opgemaakt worden door een notaris en namens de gemeente rechtsgeldig ondertekend worden door de burgemeester bijgestaan door de gemeentesecretaris.

Deze akte dient verleden te worden vooraleer uitvoering gegeven wordt aan de stedenbouwkundige vergunning.

 

Art. 4:

Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de verdere afhandeling van onderhavige beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Grondgebiedzaken

 

Milieu

P.6.Dossiernaam: Uniform politiereglement PZ BRT. Goedkeuring.
Onderwerp: Goedkeuring van het uniform politiereglement voor de politiezone Begijnendijk-Rotselaar-Tremelo.

 

Voorgeschiedenis

12 februari 2016:

Overleg milieuhandhaving PZ BRT - Interleuven: gezamelijke beslissing tot opmaak uniform politiereglement voor hele PZ onder begeleiding van intergemeentelijke milieudienst van Interleuven.

14 juni 2016:

Overleg 1 in Begijnendijk van gezamelijke werkgroep (Begijnendijk, Rotselaar, Tremelo en politie) inzake opmaak uniform politiereglement PZ BRT i

27 juni 2016:

Intern overleg werkcel Tremelo

18 juli 2016:

Intern overleg werkcel Tremelo

1 augustus 2016:

Intern overleg werkcel Tremelo

30 augustus 2016:

Overleg 2 werkgroep (in Tremelo)

20 september 2016:

Overleg 3 werkgroep (in Rotselaar)

27 oktober 2016:

Overleg 4 werkgroep (in Begijnendijk)

25 november 2016:

Overleg 5 werkgroep (in Tremelo)

30 augustus 2017:

Overleg 6 werkgroep (in Tremelo)

18 oktober 2017:

Bespreking ontwerp uniform politiereglement op jeugdraad Tremelo

27 oktober 2017:

Overleg 7 werkgroep (in Begijnendijk)

10 november 2017:

Ontwerp uniform politiereglement voorgelegd ter advies aan VVSG en provinciaal GAS-ambtenaar

22 november - 4 december 2017:

Ontvangst aanpassingsvoorstellen VVSG en provinciaal GAS-ambtenaar

5 december 2017:

Bespreking ontwerp uniform politiereglement op MINA-raad Tremelo

7 december 2017:

Overleg 8 werkgroep (in Tremelo) betreffende aanpassingen en afwerking definitief uniform politiereglement

 

Feiten en context

Tijdens het overleg milieuhandhaving van 12 februari 2016 tussen PZ BRT en de intergemeentelijke milieudienst van Interleuven beslisten de gemeenten van de politiezone om een werkgroep op te richten om, onder begeleiding van Interleuven en samen met de politie, een uniform politiereglement op te maken voor de volledige PZ BRT.

Aan de hand van intern overleg binnen de werkcel Tremelo en van gemeenschappelijk overleg in de gezamenlijke werkgroep werd een ontwerp gemaakt van het uniform politiereglement. Dit ontwerp werd ter advisering voorgelegd aan de jeugd- en MINA-raden van Tremelo, aan de VVSG en aan de provinciale GAS-ambtenaar.

Op 7 december 2017 werd een definitief ontwerp afgewerkt dat moet worden goedgekeurd door de gemeenteraden van resp. Begijnendijk, Rotselaar en Tremelo.

 

Juridische grond

          Artikel 119 en 119bis van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad om straffen of administratieve sancties te bepalen voor overtredingen van zijn reglementen en verordeningen (BS 3.09.1988)

          Artikels 133 t.e.m. 135 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 betreffende de bevoegdheden van de burgemeester (BS 3.09.1988)

          Gemeentedecreet van 15 juli 2005 (BS 31.08.2005)

          Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (BS 01.07.2013)

          KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij artikel 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (BS 24.12.2013)

          KB van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (BS31.01.2014)

          Ministeriële omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties (BS 15.05.2014)

 

Argumentatie

Op 1 januari 2014 trad de nieuwe wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties in werking. Deze wet reikte aan de gemeenten een aantal nieuwe instrumenten aan om mogelijke overlast aan te pakken. Het bestraffen met een gemeentelijke administratieve sanctie is echter de eindschakel in een integraal veiligheidsbeleid, waarin in eerst en vooral ingezet wordt op preventie en communicatie. Een goed politiereglement heeft als doel de rust, orde en goede samenleving in de gemeente te bewaren en garanderen.

Om de taak van de vaststellers, zijnde politieambtenaren, agenten van politie en gemachtigde ambtenaren, te vergemakkelijken en vereenvoudigen, werd er gekozen om een uniform politiereglement op te maken voor de hele politiezone.

 

BESLUIT

21 stemmen voor: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Koen De Vadder, Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek, Geert Laporte, Tjorven Puype, Alain Verschaeren, Paul Vermeylen, Paul Vandyck, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Chris Lievens, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

2 onthoudingen: Christoph Torfs en Petra Vreys

 

Art. 1:

De gemeenteraad van Tremelo beslist om het nieuw uniform politiereglement voor de politiezone BRT defintief goed te keuren met ingang van 1 januari 2018.

 

Art. 2:

De gemeenteraad van Tremelo belast het college van burgemeester en schepenen met de voorgeschreven formaliteiten van bekendmaking overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

Art. 3:

Afschrift van onderhavige beslissing en van het nieuw uniform politiereglement PZ BRT zal conform art. 119 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 toegezonden worden aan de deputatie van de provincieraad, de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en de griffie van de politierechtbank.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Grondgebiedzaken

 

Milieu

P.7.Dossiernaam: Mandaat innen belastingen door EcoWerf
Onderwerp: Mandaat innen belastingen door EcoWerf op het containerpark in naam en voor rekening van de gemeente

 

Voorgeschiedenis

25 november 2003: gemeenteraadsbeslissing tot goedkeuring van de oprichting van en deelname aan het intergemeentelijk milieubedrijf EcoWerf, opgericht op 15 december 2003, waarbij de gemeente beheersoverdracht deed aan EcoWerf voor de inzameling huis-aan-huis.

 

Feiten en context

Het aanbieden van huisvuil en gft voor de inzameling huis-aan-huis geschiedt volgens het DifTar-principe "de vervuiler betaalt".

Het aanbieden van grofvuil voor de ophaling huis-aan-huis geschiedt op afroep. hiervoor wordt een voorrijkost aangerekend.

De betaling van de daaraan verbonden contantbelasting gebeurt volgens volgend schema:

          de inwoner betaalt op een rekening van de gemeente

          EcoWerf registreert en rapporteert naar de gemeente

          de gemeente betaalt maandelijks een werkingsbijdrage aan EcoWerf

De opvolging van wanbetalers is thans de verantwoordelijkheid van de gemeente.

 

Juridische grond

15 juli 2005: Het gemeentedecreet.

30 mei 2008: Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

23 december 2011: Het decreet over het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna materialendecreet).

17 februari 2012: Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams Reglement over het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

16 september 2016: Het uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.

 

Advies

De gemeenteraad wordt gevraagd om vanaf 1 januari 2018 EcoWerf te machtigen om in haar naam en voor haar rekening de contantbelasting te innen die door de burger verschuldigd is voor de inzameling huis-aan-huis.

 

Argumentatie

Artikel 26 van het Materialendecreet laat toe dat gemeenten het innen van retributies en belastingen toevertrouwen aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband.

De betaling van de contantbelasting zou dan gebeuren volgens volgend schema:

          de inwoner betaalt rechtstreeks aan EcoWerf

          EcoWerf factureert de werkingsbijdrage voor haar dienstverlening aan de gemeente maar maakt tegelijk een creditnota over aan de gemeente voor de ontvangen inkomsten.

          het eventueel saldo zal dan worden overgemaakt hetzij door EcoWerf hetzij door de gemeente.

EcoWerf kan dan de eventuele wanbetalingen opvolgen.

Deze procedure is eenvoudiger en efficiënter.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

Met ingang van 1 januari 2018 wordt EcoWerf gemachtigd de contantbelasting die door de burger verschuldigd is voor het aanbieden van afvalfracties voor de ophaling huis-aan-huis, te innen in naam en voor rekening van de gemeente.

 

Art. 2:

Hiertoe wordt het belastingreglement van de gemeente gewijzigd.

 

Art. 3:

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals geregeld door het gemeentedecreet.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Grondgebiedzaken

 

Milieu

P.8.Dossiernaam: Contant belastingreglement huishoudelijk afval
Onderwerp: Intrekking en herneming van de gemeenteraadsbeslissingen van 19 december 2013: contantbelastingreglement voor de inzameling huis-aan-huis en de verwerking van huishoudelijk afval - 19 december 2013: contantbelastingreglement voor de ter inzameling en verwerking op het containerpark aangeboden afvalstoffen - 30 juni 2016: contantbelastingreglement voor de ter inzameling en verwerking op het containerpark aangeboden plastics

 

Voorgeschiedenis

25 november 2003: gemeenteraadsbeslissing tot goedkeuring van de oprichting van en deelname aan het intergemeentelijk milieubedrijf EcoWerf, opgericht op 15 december 2003, waarbij de gemeente beheersoverdracht deed aan EcoWerf voor de inzameling van de hiernavolgende fracties van huishoudelijk afval: het gewoon huisvuil (restafval), gft, pmd, papier en karton, snoeihout en grofvuil, en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval en voor de uitbating van het recyclagepark.

19 december 2013: gemeenteraadsbeslissing over de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de inzameling huis-aan-huis en de verwerking van huishoudelijk afval.

19 december 2013: gemeenteraadsbeslissing over de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de ter inzameling en verwerking op het containerpark aangeboden afvalstoffen.

30 juni 2016: gemeenteraadsbeslissing over de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de ter inzameling en verwerking op het containerpark aangeboden plastics.

18 mei 2017: beheersoverdracht aan EcoWerf voor de inzameling van herbruikbare goederen en textiel

16 augustus 2017: beheersoverdracht aan EcoWerf voor de inzameling van zachte plastics

10 november 2017: mail van EcoWerf met de vraag om het contantbelastingreglement en de machtiging voor het innen van de contantbelasting door EcoWerf op de eerstvolgende gemeenteraad te agenderen en hen van beide een getekend exemplaar te bezorgen.

 

Feiten en context

De inzameling huis-aan-huis van het gewoon huisvuil en gft en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval werd vanaf 4 mei 2009 geautomatiseerd.

Deze automatisering impliceert dat de voormelde afvalfracties moeten worden aangeboden in de daartoe ter beschikking gestelde containers, voorzien van een elektronische gegevensdrager die toelaat de aanbieder te identificeren en dat het aangeboden afval wordt gewogen en geregistreerd.

De kosten voor de inzameling huis-aan-huis van het gewoon huisvuil, gft, zachte plastics, snoeihout en grofvuil en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën.

De gemeentelijke inkomsten en uitgaven moeten in evenwicht zijn.

De kosten voor de inzameling huis-aan-huis worden verhaald op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting.

De uitbating van het recyclagepark werd geautomatiseerd vanaf 1 juni 2008.

Deze automatisering impliceert dat de bezoeker van het recyclagepark wordt geïdentificeerd en zijn bezoek wordt geregistreerd. Ook de aangevoerde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden geregistreerd.

De kosten voor de uitbating van het gemeentelijk recyclagepark en meer in het bijzonder, de hiermee verbonden kosten voor inzameling en verwerking van de aangeboden afvalstoffen wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën.

Deze kosten worden verhaald op de aanbieders via een gedifferentiëerde contantbelasting, welke wordt gedifferentieerd in functie van de fractie en het gewicht van de aangeboden afvalstoffen.

Dergelijke gedifferentiëerde contantbelasting laat de gemeente toe om het principe van "de vervuiler betaalt" toe te passen, om alzo prioriteit te verlenen aan afvalvoorkoming en slechts in tweede instantie het hergebruik en tenslotte de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te stimuleren. De gedifferentiëerde contantbelasting is, in combinatie met de basisfinanciering vanuit de algemene middelen van de gemeente een optimale invulling van het principe van "de vervuiler betaalt".

 

Juridische grond

De Grondwet, artikel 170 §4.

Het gemeentedecreet, artikels 42 en 43.§2.15°.

30 mei 2008: het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

23 december 2011: het decreet over het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna materialendecreet).

17 februari 2012: het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams Reglement over het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

16 september 2016: het uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.

 

Advies

De gemeenteraad wordt gevraagd om vanaf 1 januari 2018 een contantbelasting te vestigen voor de inzameling huis-aan-huis van het gewoon huisvuil, pmd, gft, zachte plastics, snoeihout en grofvuil en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval en voor het ter inzameling en verwerking aanbieden van afvalstoffen die zijn toegelaten op het recyclagepark.

 

Argumentatie

Er wordt naar gestreefd om de contantbelasting op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in de verschillende gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.

De bestaande contantbelastingreglementen voor inzameling huis-aan-huis en de inzameling op het recyclagepark worden samengevoegd in één contantbelastingreglement.

Vanaf 1 januari 2018 zal het bovendien mogelijk zijn om de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) voor de afvalstoffen die hij aanbiedt op het recyclagepark, na gewichtsbepaling te betalen via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).

Op die manier wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de DifTarrekening voor de betaling van zowel de inzamelingen huis-aan-huis al op het recyclagepark.

Op termijn is het de bedoeling dat EcoWerf de opvolging van de wanbetalers voor zijn rekening gaat nemen. Dit betreft dan vooral de administratieve voorbereiding en opvolging van de inkohiering.

Deze dienstverlening kan EcoWerf alleen voor zijn rekening nemen voor de gemeenten en steden die met een contantbelasting werken en dus niet voor gemeenten die nog met een retributie werken.

Tegen eind volgend jaar wil EcoWerf het voor de burgers ook mogelijk maken om de betalingsuitnodiging via domiciliëring en een mobiele of web-applicatie te betalen.

 

Financiële weerslag

Registratiesleutel

Actienummer

Kredietstand

Vastlegging

0300/70201000

1419/001/001/001/001

550.000

 

0300/70202000

1419/001/001/001/001

76.000

 

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

Vanaf 1 januari 2018 wordt er in de gemeente een contantbelasting gevestigd voor de huis-aan-huis inzameling van het gewoon huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval, de zachte plastics, grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) en voor het ter inzameling en verwerking aanbieden van afvalstoffen die zijn toegelaten op het recyclagepark.

Voor de toepassing van onderhavig reglement wordt verstaan onder:

Toegangskaart: Elektronische badge op naam van de referentiepersoon die bij aanbieding toegang verleend tot de OCT en of recylagepark(en). De badge registreert de gebruiker en het volume of het gewicht van de aangeboden fractie.  Elke gebruiker en bij uitbreiding ook de badge maakt deel uit van een door EcoWerf gedefinieerde gebruikersgroep.

Gebruikersgroep: Een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilie-adres geselecteerd worden, een elektronische toegangsbadge krijgen toegewezen en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).

Aansluitpunt (ASP):

1) Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil,  pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

2) Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden, en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

3) Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke cultuur-, sport- of jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil,  pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

Aansluitpunt commercieel: Iedere entiteit, met een maximale oppervlakte van 200 m² (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een commerciële functie, waarin beroepsactiviteiten worden ontplooit (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten…) die op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister/handelsregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

De juiste oppervlakte van het commercieel aansluitpunt wordt vastgelegd hetzij op basis van de goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning, hetzij op basis van de afgesloten huurovereenkomst.

Aorta: De databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:

1) De relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming

2) De relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en de verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval en/of toegang te krijgen tot de recyclageparken, moeten de gezinnen of ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in Aorta. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert EcoWerf de registratie uit op basis van deze gegevens.

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, en het EcoWerf-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf, een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

In de databank wordt eveneens geregistreerd:

1) Het type en het aantal van de ter beschikking gestelde containers per ophaalpunt.

2) De (extra) toegangsbadges voor het recyclagepark die werden verleend.

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.

De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen.

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de mini-containers ophalen en eventueel de recyclageparkkaart blokkeren. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.

Referentiepersoon: De meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:

1) Voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank.

2) Voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

DifTar-rekening: De individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

1) De volgens dit reglement verschuldigde contantbelasting.

2) De volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting.

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.

Huishoudelijk afval : Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

Grofvuil: Alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (PMD): Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

Papier en karton: De dag-, week-, en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeizakken e.d.

Herbruikbare goederen: De normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d.

Textiel: De niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

Frituurolie en afgelaten motorolie: De soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.

Klein Gevaarlijk Afval (KGA): De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA.

Glas: Hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen, e.d.

Hol Glas: Flessen en bokalen.

Vlak glas: Glazen voorwerpen zoals vensterglas ontdaan van inlijstingen, serreglas, niet-gewapend glas, die geen hol glas zijn.

Groenafval: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

Snoeihout: Hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

Gras- en bladafval: Vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

Boomstronken: Boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

Groente-, fruit- en tuinafval (gft): Organisch composteerbaar afval zoals aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, theebladeren en theezakjes, koffiedik en papieren koffiefilters, papier van keukenrol, plantaardig keukenafval en etensresten, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, versnipperd snoeihout, haagscheersel, zaagmeel en schaafkrullen, gazonmaaisel in kleine hoeveelheden, bladeren, onkruid en resten uit groente- en siertuin en die ontstaan door de normale werking van een particulier huishouden en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.

Huisvuil: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particulier huishouden (en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit), die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval (kga), groente- fruit- en tuinafval (en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval) (gft) of groenafval, plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd) en andere verplicht selectief in te zamelen afvalstoffen.

Oude Metalen: De ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

Bouwafval: Zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

Steenafval: Zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, …

Keramiek: Keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein, …, met uitzondering van steenafval.

Gips en kalk: Bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt, …

Cellenbeton: Schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

Asbestcement: Voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, e.d.

Sloophout: Zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

E.P.S.: Zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten, e.d.

Zachte plastics: Zuiver zachte plastics zoals zakjes, draagtassen, blisters (zonder aluminiumfolie), (noppen)folies, kuipjes, vlootjes, (yoghurt)potjes, bloempotjes, plantentrays, speelgoed (zonder batterijen of elektronica) en harde plastics kleiner dan een emmer van 10 liter, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), klein gevaarlijk afval (siliconentubes, bussen van detergenten, olievaten, verfpotten), piepschuim, (schuim)rubber, zwembandjes, zilverkleurige folies, pvc, touwen en netten.

Harde plastics:  Harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval), e.d.

Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: Apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.

Kurk: Afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking, e.d.

Recyclagepark: Een bij toepassing van titel I van het VLAREM vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare afvalstoffen bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren. 

 

Art. 2:

De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huis inzameling dan wel de inzameling via het recyclagepark van het gewoon huisvuil, gft, pmd, zachte plastics, snoeihout, grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval).

 

Art. 3:

§1. DifTar huis-aan-huis inzameling

 

De contantbelasting voor de huis-aan-huis inzameling in functie van de fractie en het gewogen gewicht of het volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen bedraagt:

FRACTIE

Contantbelasting particulieren

Contantbelasting KMO's

a) Huisvuil

          inzameling en verwerking

          per kg gewogen huisvuil

          aanbieding 40 L container

          aanbieding 120 L container

          aanbieding 240 L container

          aanbieding 360 L containers

          aanbieding 1100 L container

          voorrijkost op afroep (1)

 

gebruiksrecht container

          container 40 L

          container 120 L

          container 240 L

          container 360 L*

          container 1100 L

          aankoop slot

 

 

€ 0,25 /kg

€ 0,50 /aanbieding

€ 0,50 /aanbieding

 

€ 1,00 /aanbieding

 

€ 1,50 /aanbieding

 

€ 5,00 /aanbieding

 

€ 75,00 /inzameling op afroep

 

 

€ 0,84 /maand

€ 0,84 /maand

€ 1,66 /maand

€ 1,81 /maand

€ 4,58 /maand

€ 25,00 /slot

 

 

€ 0,25 /kg

/

€ 0,50 /aanbieding

 

€ 1,00 /aanbieding

 

€ 1,50 /aanbieding

 

€ 5,00 /aanbieding

 

€ 75,00 /inzameling op afroep

 

 

/

€ 1,84 /maand

€ 2,47 /maand

€ 2,64 /maand

€ 7,07 /maand

€ 25,00 /slot

(1) inwoners die uitzonderlijk een hoeveelheid huisvuil wensen aan te bieden die groter is dan de gebruikte container kunnen tot 3 maal per jaar, mits een aanvraag minimaal 1 werkdag vóór de ophaaldag, maximaal 6 zakken (maximaal 60 liter) aanbieden naast de container. Wanneer dit ontoereikend is kan men kiezen voor inzameling op afroep waarbij de voorrijkost wordt aangerekend. In beide gevallen wordt het huisvuil gewogen en aangerekend.

b) Gft-afval

inzameling en verwerking

          per kg gewogen gft

 

gebruiksrecht container

          container 40 L

          container 120 L

          container 240 L

          container 1100 L

          aankoop slot

 

 

 

€ 0,18 /kg

 

 

€ 0,84 /maand

€ 0,84 /maand

€ 1,66 /maand

€ 4,58 /maand

€ 25,00 /slot

 

 

€ 0,18 /kg

 

 

/

€ 1,84 /maand

€ 2,47 /maand

€ 7,07 /maand

€ 25,00 /slot

c) Pmd-afval (60 liter zak)

€ 0,15 /zak

€ 0,15 /zak

 

d) Zachte plastic (60 liter zak)

 

€ 0,25 /zak

€ 0,25 /zak

e) Grofvuil

- voorrijkost op afroep

- verwerking per pakket OF

          1 persoonsmatras

          1 persoonsbed

          2 persoonsmatras

          2 persoonsbed

          zetel: 1-zit

          zetel: 2-zit

          zetel: 3-zit

          stoel (2stuks)

          (tuin)tafel

           

 

€ 12,50 /aanleveringsbeurt

€ 5,00 /begonnen 0,5 m³

€ 5,00

€ 5,00

€ 10,00

€ 10,00

€ 5,00

€ 10,00

€ 15,00

€ 5,00

€ 5,00

 

€ 12,50 /aanleveringsbeurt

€ 5,00 /begonnen 0,5 m³

€ 5,00

€ 5,00

€ 10,00

€ 10,00

€ 5,00

€ 10,00

€ 15,00

€ 5,00

€ 5,00

f) Snoeihout

- tarief per bussel

 

 

Gratis

 

Gratis

De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.

* De 360 liter container kan niet afzonderlijk gehuurd worden. Deze worden alleen in een set van 3 stuks aangeboden als alternatief voor een 1100 liter container wanneer de 1100 liter container niet geledigd kan worden door het ingezette materieel van EcoWerf.

 

§2. DifTar recyclageparkpark

Gewichtspark: De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark bedraagt:

 

FRACTIE

Contantbelasting particulieren

Contantbelasting KMO's²

a) Grofvuil

€ 0,25 /kg

€ 0,25 /kg

 

b) Gras en blad

€ 0,18 /kg

€ 0,18 /kg

 

c) Asbestcement, kga, aeea, papier en karton, oude metalen, piepschuim, glas, herbruikbare goederen, kurk, ...

 

PMD

 

 

Zachte plastics

Gratis

 

 

 

 

Gratis aan te bieden in een blauwe zak (€ 0,15)

 

Gratis aan te bieden in een roze zak (€ 0,25)

 

Gratis

 

 

 

 

Gratis aan te bieden in een blauwe zak (€0,15)

 

Gratis aan te bieden in een roze zak (€ 0,25)

d) Andere fracties

Boomstronken, cellenbeton, gips en kalk, harde plastics, keramiek, sloophout, steenslag,

 

snoeihout

€ 0,03 /kg

 

 

 

 

 

De aanvoer van de eerste 300 kg snoeihout is gratis voor particulieren

 

€ 0,06 /kg

e) Tarief grote hoeveelheden

Vanaf een totale aanvoer op jaarbasis boven de 2000 kg worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulier

 

 

Het minimaal aangerekende gewicht bedraagt 5 kg.

² KMO's kunnen een specifieke toegangsbadge aanvragen als KMO

 

 

Art. 4:

Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Art. 5:

§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen worden geregistreerd.  De contantbelasting betreffende het gebruik van de containers is maandelijks verschuldigd in de helft van de maand.

§ 2. Iedere gebruiker van een container dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit in functie van de gebruikte containers

 

Aantal en type containers

Voorschot

1 of meerdere containers van 40 en 120 liter

 

€ 50

per container van 240 liter

 

€ 100

per container van 1100 liter

of per set van 3 x 360 liter

€ 500

 

 

Bij elke registratie van een kipbeweging en het gewicht van het meegegeven afval, zal de contantbelasting, zoals bepaald in artikel 3, in mindering worden gebracht van het vooraf betaalde bedrag. De contantbelasting voor het meegegeven gewicht zal afgerond worden tot op 2 cijfers na de decimaal.

Zodra het beschikbare bedrag lager is dan € 10,00 wordt een nieuwe betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. De containers worden niet meer geledigd van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan € 0,00. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.

Indien de niet-geledigde containers niet tijdig worden binnengehaald, kunnen ze worden geledigd aan het tarief vastgesteld in het gemeentelijk belastingreglement betreffende het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente.

Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.

§3. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven pmd-zakken en zakken voor de inzameling van zachte plastics (roze zak) zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).

§4. Bij een DifTar gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).

§5. Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.

 

Art. 6:

Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en of gestolen toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van € 5,00. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.

Niet-inwoners of toekomstige inwoners van de gemeente kunnen, voor het aanbrengen van afval afkomstig vanuit de gemeente, een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur. De kaarten worden uitgeleend voor een periode van maximum 3 weken, tegen een waarborg van  € 50,00.

 

Art. 7:

Bij ontstentenis van betaling wordt de contantbelasting conform artikel 4, § 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet.

De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente/stad de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/ referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.

 

Art. 8:

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger  kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het college van burgemeester en schepenen .

Het bezwaar moet op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning/aanrekening op de DifTar-rekening.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Art. 9:

Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.

 

Art. 10:

Volgende gemeenteraadsbeslissingen worden ingetrokken en hernomen door huidige gemeenteraadsbeslissing met ingang van 1 januari 2018:

          19 december 2013: gemeenteraadsbeslissing over de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de inzameling huis-aan-huis en de verwerking van huishoudelijk afval.

          19 december 2013: gemeenteraadsbeslissing over de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de ter inzameling en verwerking op het containerpark aangeboden afvalstoffen.

          30 juni 2016: gemeenteraadsbeslissing over de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de ter inzameling en verwerking op het containerpark aangeboden plastics.

 

Art.11:

Gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

 

Art. 12:

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het gemeentedecreet, artikels 248 e.v.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Financiële zaken

 

Financiën

P.9.Dossiernaam: Aanpassing MJP 2014-2020
Onderwerp: Aanpassing MJP 2014-2020 versie budget 2018

 

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing 19 december 2013 tot goedkeuring meerjarenplan 2014 - 2019.

Gemeenteraadsbeslissing 18 december 2014 tot goedkeuring gewijzigd meerjarenplan 2014 - 2019, naar aanleiding van de opmaak van budgetwijziging 01/2014 en het budget 2015.

Gemeenteraadsbeslissing 17 december 2015 tot goedkeuring gewijzigd meerjarenplan 2014 - 2019, naar aanleiding van de opmaak van budgetwijziging 01/2015 en het budget 2016.

Bespreking van de meerjarenplanwijziging, naar aanleiding van de opmaak het budget 2017, in de gemeenteraadscommissie financiën op 14 december 2016.

Gemeenteraadsbeslissing 22 december 2016 tot goedkeuring gewijzigd meerjarenplan 2014 - 2019, naar aanleiding van de opmaak van budgetwijziging 01/2016 en het budget 2017.

Voorbespreking van de meerjarenplanwijziging, naar aanleiding van de opmaak het budget 2018, in de gemeenteraadscommissie algemene financiering, budget en algemeen bestuur op 16 oktober 2017.

Bespreking van de meerjarenplanwijziging, naar aanleiding van de opmaak het budget 2018, in de gemeenteraadscommissie algemene financiering, budget en algemeen bestuur op 27 november 2017.

 

Feiten en context

Het meerjarenplan is samengesteld uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. De strategische nota geeft een beschrijving van de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties van het bestuur.

De financiële nota van het meerjarenplan heeft een dubbel doel: enerzijds bevat ze de weergaven van de financiële consequenties die verbonden zijn aan de gemaakte beleidskeuze, anderzijds geeft ze de concrete en financiële gevolgen weer van het geplande beleid ongeacht dit verband houdt met prioritaire doelstellingen (opgenomen in de strategische nota) of met het overige beleid (niet opgenomen in de strategische nota).

De wijziging van het meerjarenplan kwam onder andere tot stand via werksessies van het managementteam en overleg met het college van burgemeester en schepenen, waarbij ieder diensthoofd, elk voor zijn domein, gevraagd werd om de de ramingen aan te passen en zo goed mogelijk in te schatten in functie van toekomstige uitvoering.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet van 15 juli 2005.

Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2014, en latere wijzigingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Artikel 148 § 1 van het gemeentedecreet bepaalt dat voor het begin van ieder financieel boekjaar de gemeenteraad het budget van de gemeente vaststelt op basis van het meerjarenplan. Het meerjarenplan heeft in de eerste plaats een beleidsfunctie, gezien het na de goedkeuring de basis vormt voor het te voeren beleid en voor de opmaak van het jaarlijks budget.

De ministeriële omzendbrief BB 2017/3 - Omzendbrief betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2014-2019 en de budgetten 2018 van 14 juli 2017 bepaalt dat: "In de beleids- en beheerscyclus (BBC) vertrekt de planning vanuit de beleidsdoelstellingen van het bestuur, opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het vertrekpunt voor de opmaak van het budget voor 2018 is het aangepaste meerjarenplan 2014-2019, waarin het budget 2018 zal moeten passen.

Vooraleer een bestuur het budget voor 2018 kan vaststellen, zal het eerst een aanpassing van het meerjarenplan moeten doorvoeren. Dat is het moment om de planning te herbekijken en eventueel bij te sturen of te verfijnen. Die bijsturingen kunnen inhoudelijk van aard zijn, waarbij ook de conclusies van de beleidsevaluatie worden meegenomen, of financieel, waarbij bepaalde ramingen worden aangepast, of beide."

 

Argumentatie

Vooraleer het bestuur het budget 2018 kan vaststellen zal het eerst een aanpassing van het meerjarenplan moeten doorvoeren. Los daarvan is de opmaak van het budget 2018 het moment om de planning te herbekijken. Het gemeentebestuur van Tremelo diende dus na te gaan of de geraamde ontvangsten en uitgaven in de meerjarenplanning nog realistisch zijn en de ramingen aan te passen waar nodig.

Ten slotte werd het resultaat van de jaarrekening 2016 verwerkt in de meerjarenplanning.

 

BESLUIT

14 stemmen voor: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Tjorven Puype, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Chris Lievens, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

9 stemmen tegen: Koen De Vadder, Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek, Geert Laporte, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Petra Vreys, Paul Vermeylen en Paul Vandyck

 

Art. 1:

Het gewijzigde meerjarenplan 2014 - 2020 goed te keuren.

 

Art. 2:

Bestemde gelden goed te keuren zoals opgenomen in de meerjarenplanning met als doel om een spaarreserve aan te leggen.

 

Art. 3:

Deze beslissing wordt binnen de twintig dagen overgemaakt aan de provinciegouverneur overeenkomstig art. 253 § 1, 2° van het gemeentedecreet.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Financiële zaken

 

Financiën

P.10.Dossiernaam: Budgetwijzging 01/2017
Onderwerp: Budgetwijzging 01/2017 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing 22 december 2016 tot goedkeuring gewijzigd meerjarenplan 2014 - 2019.

Gemeenteraadsbeslissing 22 december 2016 tot goedkeuring van het budget 2017.

Voorbespreking van de budgetwijziging 01/2017, in de gemeenteraadscommissie algemene financiering, budget en algemeen bestuur op 16 oktober 2017.

Bespreking van de budgetwijziging 01/2017, in de gemeenteraadscommissie algemene financiering, budget en algemeen bestuur op 27 november 2017.

 

Feiten en context

De budgetwijziging kwam onder andere tot stand via werksessies van het managementteam, waarbij ieder diensthoofd, elk voor zijn domein, gevraagd werd om de cijfergegevens via de boekhoudsoftware aan de financiële dienst over te maken.

De financiële dienst heeft deze cijfers gecontroleerd en getoetst aan de wettelijke evenwichtsvoorwaarden.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet van 15 juli 2005.

Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2014, en latere wijzigingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn:

ARTIKEL 27: Het budget, inclusief de budgetwijzigingen, past in het meerjarenplan als aan al de

volgende voorwaarden is voldaan:

1° de doelstellingennota van het budget bevat voor het financiële boekjaar de beleidsdoelstellingen en actieplannen die ook in de strategische nota van het meerjarenplan zijn opgenomen;

2° het resultaat op kasbasis van het financiële boekjaar is groter dan of gelijk aan nul;

3° de autofinancieringsmarge van het financiële boekjaar in het budget is groter dan of gelijk aan de autofinancieringsmarge van hetzelfde financiële boekjaar in het meerjarenplan.

 

Argumentatie

De opmaak van de budgetwijziging 01/2017 is het moment om de huidige planning te herbekijken. Het gemeentebestuur van Tremelo diende dus na te gaan of de geraamde ontvangsten en uitgaven in het budget nog realistisch zijn en aanpassingen te doen waar nodig.

De budgetwijziging 01/2017 bevat onder andere de verwerking van het resultaat van de jaarrekening 2016.

 

Financiële weerslag

De financieel beheerder heeft een toelichting gegeven betreffende de budgetwijziging 01/2017 tijdens de Gemeentelijke commissie algemene financiering, budget en algemeen bestuur van 16 oktober en 22 november 2017.

De autofinancieringsmarge is 1.822.469 EUR (-223.183 EUR bij Budget 2017) en resultaat op kasbasis bedraagt 227.043 EUR (1.186.501 EUR bij Budget 2017). Er werden voor 300.000 EUR bestemde gelden ingeschreven.

Er blijft als dusdanig voldaan aan de wettelijke voorwaarden.

 

BESLUIT

14 stemmen voor: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Tjorven Puype, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Chris Lievens, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

9 stemmen tegen: Koen De Vadder, Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek, Geert Laporte, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Petra Vreys, Paul Vermeylen en Paul Vandyck

 

Art. 1:

De budgetwijziging 01/2017 wordt aangenomen en vastgesteld.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Financiële zaken

 

Financiën

P.11.Dossiernaam: Budget 2018
Onderwerp: Budget 2018 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing 19 december 2013 tot goedkeuring meerjarenplan 2014 - 2019.

Gemeenteraadsbeslissing 18 december 2014 tot goedkeuring gewijzigd meerjarenplan 2014 - 2019

Gemeenteraadsbeslissing 17 december 2015 tot goedkeuring gewijzigd meerjarenplan 2014 - 2019, naar aanleiding van de opmaak van budgetwijziging 01/2015 en het budget 2016.

Gemeenteraadsbeslissing 22 december 2016 tot goedkeuring gewijzigd meerjarenplan 2014 - 2019, naar aanleiding van de opmaak van budgetwijziging 01/2016 en het budget 2017.

Voorbespreking van de meerjarenplanwijziging, naar aanleiding van de opmaak het budget 2018, in de gemeenteraadscommissie algemene financiering, budget en algemeen bestuur op 16 oktober 2017.

Bespreking van de meerjarenplanwijziging, naar aanleiding van de opmaak het budget 2018, in de gemeenteraadscommissie algemene financiering, budget en algemeen bestuur op 27 november 2017.

Gemeenteraadsbeslissing van heden betreffende de meerjarenplanwijziging 2014 - 2020.

 

Feiten en context

De wijziging van het meerjarenplan kwam onder andere tot stand via werksessies van het managementteam, waarbij ieder diensthoofd, elk voor zijn domein, gevraagd werd om de excelgegevens vanuit het goedgekeurde meerjarenplan te controleren en de ramingen eventueel aan te passen.

Het budget 2018 werd opgemaakt op basis van het gewijzigde meerjarenplan 2014 - 2020.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet van 15 juli 2005.

Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2014, en latere wijzigingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Artikel 148 § 1 van het gemeentedecreet bepaalt dat voor het begin van ieder financieel boekjaar de gemeenteraad het budget van de gemeente vaststelt op basis van het meerjarenplan. Het meerjarenplan heeft in de eerste plaats een beleidsfunctie, gezien het na de goedkeuring de basis vormt voor het te voeren beleid en voor de opmaak van het jaarlijks budget.

De ministeriële omzendbrief BB 2017/3. - Omzendbrief betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2014-2019 en de budgetten 2018 van 14 juli 2017 aangaande de aanpassing meerjarenplan 2014 - 2019 en de budgetten 2017 bepaalt dat: "In de beleids- en beheerscyclus (BBC) vertrekt de planning vanuit de beleidsdoelstellingen van het bestuur, opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het vertrekpunt voor de opmaak van het budget voor 2018 is het aangepaste meerjarenplan 2014-2019, waarin het budget 2018 zal moeten passen".

 

Argumentatie

Vooraleer het bestuur het budget kan vaststellen zal het eerst een aanpassing van het meerjarenplan

moeten doorvoeren, al was het maar om het rekeningresultaat te verwerken en om het financieel evenwicht te kunnen aantonen. Het rekeningresultaat werd reeds bij BW 1/2017 verwerkt. Los daarvan is de opmaak van het budget het moment om de planning te herbekijken. Het gemeentebestuur van Tremelo diende dus na te gaan of de geraamde ontvangsten en uitgaven in de meerjarenplanning nog realistisch zijn en aanpassingen te doen waar nodig.

Het budget 2018 werd opgemaakt op basis van het gewijzigde meerjarenplan 2014 - 2020.

 

BESLUIT

14 stemmen voor: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Tjorven Puype, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Chris Lievens, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

9 stemmen tegen: Koen De Vadder, Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek, Geert Laporte, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Petra Vreys, Paul Vermeylen en Paul Vandyck

 

Art. 1:

Het budget 2018, opgemaakt op basis van de gewijzigde meerjarenplanning 2014 - 2020, wordt aangenomen en vastgesteld met de volgende voorzieningen:

Exploitatiebudget: 1.241.244 EUR

Investeringsbudget: -2.828.577 EUR

Andere: 1.820.197 EUR

Autofinancieringsmarge: 189.025 EUR

Resultaat op kasbasis: 359.907 EUR

Bestemde gelden: 400.000 EUR

Gecumuleerde budgettaire resultaat: 759.907 EUR

 

Art. 2:

Deze beslissing wordt binnen de twintig dagen overgemaakt aan de provinciegouverneur overeenkomstig art. 253 § 1, 2° van het gemeentedecreet.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Financiële zaken

 

Financiën

P.12.Dossiernaam: AGBT - Renteloze lening Ledverlichting Zwembad
Onderwerp: Goedkeuring modaliteiten en voorwaarden leningsovereenkomst

 

Voorgeschiedenis

4/02/2003: Gemeenteraadsbeslissing waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom gemeentebedrijf Tremelo, afgekort AGB Tremelo werden goedgekeurd.

3/04/2003: Goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 4 februari 2003 door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken.

19/05/2003: Publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad.

4/04/2017: Positief advies van CBS voor het toestaan van een renteloze lening aan het AGBT

 

Juridische grond

De Beslissing BTW nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 waarin de fiscus het standpunt inneemt dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB.

Het prijssubsidiereglement goedgekeurd voorafgaand aan deze beslissing.

De Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

De beheersovereenkomst tussen de gemeente Tremelo en het AGBT.

Het Gemeentedecreet.

 

Argumentatie

De liquiditeitspositie van het AGBT laat geen voorfinanciering van het project toe.

Het is aangewezen dat de gemeente ter financiering een lening toestaat aan het AGB.

Voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30.03.2010 bevestigt dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een AGB niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het AGB.

 

Financiële weerslag

 

Toestaan lening:

 

Registratiesleutel

Actienummer

Kredietstand

Vastlegging

29030100-0010

1419/001/001/001/001

2017: 905.500

2018: 575.000

8.802,34 EUR

 

Ontvangst van de aflossingen:

 

Registratiesleutel

Actienummer

Jaarlijkse vordering

49430000-0010

1419/001/001/001/001

880,23 EUR

 

De aflossingen zullen gelijktijdig met de afschrijvingen van het onderliggende actief beginnen lopen en

voor dezelfde duurtijd.

 

BESLUIT

20 stemmen voor: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Koen De Vadder, Tjorven Puype, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Petra Vreys, Paul Vermeylen, Paul Vandyck, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Chris Lievens, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

3 stemmen tegen: Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek en Geert Laporte

 

Art. 1:

De gemeente keurt volgende leningsovereenkomst goed:

 

LENINGSOVEREENKOMST LED VERLICHTING ZWEMBAD

 

Tussen:

 

De GEMEENTE TREMELO, met zetel te 3120 Tremelo, Veldonkstraat 1, hier vertegenwoordigd door:

- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Marc VERLINDEN;

- De gemeentesecretaris, zijnde de heer Wim VANDENBROECK;

 

Tot onderhavige overeenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de gemeenteraad van 26 oktober 2017, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht.

 

Overeenkomstig artikel 252 e.v. van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

 

hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en

 

Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF TREMELO, afgekort “AGB Tremelo”, met zetel te 3120 Tremelo, Veldonkstraat 1 en ondernemingsnummer 0898.230.886, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Paul DAMS, en de secretaris van de raad van bestuur, zijnde de heer Marc WOUTERS,

 

Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Tremelo op 4 februari 2003 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 3 april 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 mei 2003;

 

De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de Raad van Bestuur.

 

Overeenkomstig artikel 252 e.v. van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

 

hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,

 

hierna samen genoemd ‘de partijen’

 

wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:

 

Art. 1 – Voorwerp

De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, maximaal gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.

 

Art. 2 – Hoofdsom

De Lener erkent aan de Uitlener maximaal de som van 8.802,34 verschuldigd te zijn.

De schijven zullen door de Uitlener aan de Lener worden uitbetaald na het ter beschikking stellen van de verantwoordingsstukken door de Lener.

 

Art. 3 – Doel van de lening

De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de LED verlichting zwembad.

Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.

 

Art. 4 – Duurtijd

Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31.12.2027. Deze termijn is gelijk aan de afschrijvingstermijn van het onderliggende vast actief (10 jaar).

Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.

 

Art. 5 - Vaststelling renteloosheid

Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.

 

Art. 6 – Terugbetaling

De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:

 

JaarVervaldagUitstaandKapitaalIntrest (0%)Totaal aflossenNieuw bedrag

8 802,348 802,34

201831.12.20188 802,34880,230,00880,237 922,11

201931.12.20197 922,11880,230,00880,237 041,87

202031.12.20207 041,87880,230,00880,236 161,64

202131.12.20216 161,64880,230,00880,235 281,40

202231.12.20225 281,40880,230,00880,234 401,17

202331.12.20234 401,17880,230,00880,233 520,94

202431.12.20243 520,94880,230,00880,232 640,70

202531.12.20252 640,70880,230,00880,231 760,47

202631.12.20261 760,47880,230,00880,23880,23

202731.12.2027880,23880,230,00880,230,00

 

De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).

Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE56 0910 0019 0288 van de Uitlener.

 

Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling

Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.

Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.

 

Art. 8 – Opeisbaarheid

Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:

 de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;

 de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.

Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de

goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.

 

Art. 9 - Wijzigingen

Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.

 

Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid

Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.

 

Art. 11 - Toepasselijk recht

Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.

 

Art. 12 – Splitsbaarheid

De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.

Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.

Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.

 

Aldus opgemaakt en ondertekend te Tremelo op 21 december 2017 in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen

 

Voor de Uitlener,

 

De Gemeentesecretaris, De Voorzitter van de gemeenteraad,

 

 

 

 

 

W.VANDENBROECK M. VERLINDEN

 

Voor de Lener,

 

De Secretaris van de raad van bestuur, De Voorzitter van de raad van bestuur,

 

 

 

 

 

M. WOUTERS P. DAMS

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Financiële zaken

 

Financiën

P.13.Dossiernaam: AGBT - Renteloze lening Kantine Voetbal
Onderwerp: Goedkeuring modaliteiten en voorwaarden leningsovereenkomst

 

Voorgeschiedenis

4/02/2003: Gemeenteraadsbeslissing waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom gemeentebedrijf Tremelo, afgekort AGB Tremelo werden goedgekeurd.

3/04/2003: Goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 4 februari 2003 door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken.

19/05/2003: Publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad.

4/04/2017: Positief advies van CBS voor het toestaan van een renteloze lening aan het AGBT

 

Juridische grond

De Beslissing BTW nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 waarin de fiscus het standpunt inneemt dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB.

Het prijssubsidiereglement goedgekeurd voorafgaand aan deze beslissing.

De Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

De beheersovereenkomst tussen de gemeente Tremelo en het AGBT.

Het Gemeentedecreet.

 

Argumentatie

De liquiditeitspositie van het AGBT laat geen voorfinanciering van het project toe.

Het is aangewezen dat de gemeente ter financiering een lening toestaat aan het AGB.

Voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30.03.2010 bevestigt dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een AGB niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het AGB.

 

Financiële weerslag

 

Toestaan lening:

 

Registratiesleutel

Actienummer

Kredietstand

Vastlegging

29030100-0010

1419/001/001/001/001

2017: 905.500

2018: 575.000

10.820 EUR

 

Ontvangst van de aflossingen (dakwerken):

 

Registratiesleutel

Actienummer

Jaarlijkse vordering

49430000-0010

1419/001/001/001/001

325 EUR

 

Ontvangst van de aflossingen (boiler):

 

Registratiesleutel

Actienummer

Jaarlijkse vordering

49430000-0010

1419/001/001/001/001

432 EUR

 

De aflossingen zullen gelijktijdig met de afschrijvingen van het onderliggende actief beginnen lopen en

voor dezelfde duurtijd.

 

BESLUIT

20 stemmen voor: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Koen De Vadder, Tjorven Puype, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Petra Vreys, Paul Vermeylen, Paul Vandyck, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Chris Lievens, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

3 stemmen tegen: Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek en Geert Laporte

 

Art. 1:

De gemeente keurt volgende leningsovereenkomst goed:

 

LENINGSOVEREENKOMST KANTINE VOETBAL

 

Tussen:

 

De GEMEENTE TREMELO, met zetel te 3120 Tremelo, Veldonkstraat 1, hier vertegenwoordigd door:

- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Marc VERLINDEN;

- De gemeentesecretaris, zijnde de heer Wim VANDENBROECK;

 

Tot onderhavige overeenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de gemeenteraad van 26 oktober 2017, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht.

Overeenkomstig artikel 252 e.v. van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

 

hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en

 

Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF TREMELO, afgekort “AGB Tremelo”, met zetel te 3120 Tremelo, Veldonkstraat 1 en ondernemingsnummer 0898.230.886, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Paul DAMS, en de secretaris van de raad van bestuur, zijnde de heer Marc WOUTERS,

 

Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Tremelo op 4 februari 2003 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 3 april 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 mei 2003;

 

De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de Raad van Bestuur.

 

Overeenkomstig artikel 252 e.v. van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

 

hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,

 

hierna samen genoemd ‘de partijen’

 

wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:

 

Art. 1 – Voorwerp

De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, maximaal gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.

 

Art. 2 – Hoofdsom

De Lener erkent aan de Uitlener maximaal de som van 10.820,00 verschuldigd te zijn.

De schijven zullen door de Uitlener aan de Lener worden uitbetaald na het ter beschikking stellen van de verantwoordingsstukken door de Lener.

 

Art. 3 – Doel van de lening

De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de dakwerken en boiler van de voetbalkantine.

Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.

 

Art. 4 – Duurtijd

De lening voor de dakwerken is toegestaan voor een termijn tot 31.12.2037. Deze termijn is gelijk aan de afschrijvingstermijn van het onderliggende vast actief (20 jaar).

De lening voor de boiler is toegestaan voor een termijn tot 31.12.2027. Deze termijn is gelijk aan de afschrijvingstermijn van het onderliggende vast actief (10 jaar).

 

Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.

 

Art. 5 - Vaststelling renteloosheid

Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.

 

Art. 6 – Terugbetaling

De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:

 

Dakwerken

 

JaarVervaldagUitstaandKapitaalIntrest (0%)Totaal aflossenNieuw bedrag

6 500,006 500,00

201831.12.20186 500,00325,000,00325,006 175,00

201931.12.20196 175,00325,000,00325,005 850,00

202031.12.20205 850,00325,000,00325,005 525,00

202131.12.20215 525,00325,000,00325,005 200,00

202231.12.20225 200,00325,000,00325,004 875,00

202331.12.20234 875,00325,000,00325,004 550,00

202431.12.20244 550,00325,000,00325,004 225,00

202531.12.20254 225,00325,000,00325,003 900,00

202631.12.20263 900,00325,000,00325,003 575,00

202731.12.20273 575,00325,000,00325,003 250,00

202831.12.20283 250,00325,000,00325,002 925,00

202931.12.20292 925,00325,000,00325,002 600,00

203031.12.20302 600,00325,000,00325,002 275,00

203131.12.20312 275,00325,000,00325,001 950,00

203231.12.20321 950,00325,000,00325,001 625,00

203331.12.20331 625,00325,000,00325,001 300,00

203431.12.20341 300,00325,000,00325,00975,00

203531.12.2035975,00325,000,00325,00650,00

203631.12.2036650,00325,000,00325,00325,00

203731.12.2037325,00325,000,00325,000,00

 

Boiler

 

JaarVervaldagUitstaandKapitaalIntrest (0%)Totaal aflossenNieuw bedrag

4 320,004 320,00

201831.12.20184 320,00432,000,00432,003 888,00

201931.12.20193 888,00432,000,00432,003 456,00

202031.12.20203 456,00432,000,00432,003 024,00

202131.12.20213 024,00432,000,00432,002 592,00

202231.12.20222 592,00432,000,00432,002 160,00

202331.12.20232 160,00432,000,00432,001 728,00

202431.12.20241 728,00432,000,00432,001 296,00

202531.12.20251 296,00432,000,00432,00864,00

202631.12.2026864,00432,000,00432,00432,00

202731.12.2027432,00432,000,00432,000,00

 

De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).

Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE56 0910 0019 0288 van de Uitlener.

 

Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling

Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.

Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.

 

Art. 8 – Opeisbaarheid

Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:

 de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;

 de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.

Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.

 

Art. 9 - Wijzigingen

Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.

 

Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid

Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.

 

Art. 11 - Toepasselijk recht

Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.

 

Art. 12 – Splitsbaarheid

De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.

Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.

Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.

 

Aldus opgemaakt en ondertekend te Tremelo op 21 december 2017 in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen

 

Voor de Uitlener,

 

De Gemeentesecretaris, De Voorzitter van de gemeenteraad,

 

 

 

 

 

W.VANDENBROECK M. VERLINDEN

 

 

Voor de Lener,

 

De Secretaris van de raad van bestuur, De Voorzitter van de raad van bestuur,

 

 

 

 

 

M. WOUTERS P. DAMS

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Financiële zaken

 

Financiën

P.14.Dossiernaam: Wijziging van het gemeentelijke OOV Aj 2018
Onderwerp: Wijziging van het gemeentelijk reglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Aanslagjaren 2018

 

Voorgeschiedenis

29/11/2012: Vaststelling door de gemeenteraad van de gemeentelijke opcentiemen (900) op de onroerende voorheffing voor de periode 2013 t.e.m. 2018.

 

Feiten en context

In de Omzendbrief BB 2017/3 van 14 juli 2017 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2014-2019 en de budgetten 2018, werd de aandacht gevestigd op de problematiek van de opcentiemen op de onroerende voorheffing ten gevolge van de vernieuwde taakstelling en financiering van provincies:

Het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en de gewijzigde financiering van de provincies (B.S van 13 december 2016) wijzigt, door een inkrimping van het takenpakket van de provincies, ook de financiering van het Gewest, de provincies en de gemeenten.

Om de overheveling van persoonsgebonden taken, bevoegdheden en instellingen naar het Vlaamse en gemeentelijke bestuursniveau te kunnen financieren, voorziet het decreet in een gedeeltelijke integratie van de provinciale opcentiemen onroerende voorheffing in de Vlaamse basisheffing. Vandaar dat de Vlaamse basisheffing vanaf het aanslagjaar 2018 stijgt van 2,5% naar 3,97% voor het basistarief en van 1,6% naar 2,54% voor het sociaal tarief (een verhoging met factor 1,5897).

De provinciale opcentiemen worden herrekend in functie van de gewijzigde taakstelling van de provincies en de verhoogde Vlaamse basisheffing. Die herrekening gebeurde op een wijze die de fiscale neutraliteit van de operatie voor elke belastingplichtige waarborgt. De opcentiemen die de provincies in de toekomst nog kunnen heffen, zijn voor de aanslagjaren 2018 tot en met 2022 begrensd.

De provinciebesturen moeten in hun budget 2018 en hun aangepaste meerjarenplanning rekening houden met de minderopbrengsten uit de onroerende voorheffing ten gevolge van de begrenzing van het aantal opcentiemen.

Daarnaast bevat het decreet van 18 november 2016 ook bepalingen over de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. De gemeenten moeten hun aantal opcentiemen op de onroerende voorheffing omrekenen om bij een verhoging van de Vlaamse gewesttarieven hetzelfde bedrag te ontvangen als met het huidige aantal gemeentelijke opcentiemen. Doen zij dat niet, dan zullen hun opbrengsten uit de onroerende voorheffing in dezelfde verhouding stijgen als de nieuwe gewesttarieven. Concreet moeten de huidige gemeentelijke opcentiemen voor een status quo van de ontvangsten gedeeld worden door 1,5897 (zie boven).

Vervolgens worden de opcentiemen afgerond op de volgende wijze:

a) hetzij tot maximum twee cijfers na de komma

Het laatste cijfer van het afgeronde getal (= het tweede cijfer na de komma) wordt als volgt bepaald:

- indien bij het af te ronden getal het derde cijfer na de komma een 0, 1, 2, 3 of 4 is, blijft het tweede cijfer na de komma van het afgeronde getal zoals het is;

- indien bij het af te ronden getal het derde cijfert na de komma een 5, 6, 7, 8 of 9 is, wordt het tweede cijfer na de komma van het afgeronde getal met 1 verhoogd.

b) hetzij tot op de eenheid vóór de komma

Het laatste cijfer van het afgeronde getal (= de eenheid) wordt als volgt bepaald;

- indien bij het af te ronden getal het cijfer direct na de komma een 0, 1, 2, 3 of 4 is, blijft het laatste cijfer van het afgeronde getal zoals het is;

- indien bij het af te ronden getal het cijfer direct na de komma een 5, 6, 7, 8 of 9 is, wordt het laatste cijfer van het afgeronde getal met 1 verhoogd.

De fiscale autonomie van de gemeenten blijft hoe dan ook volledig gevrijwaard, aangezien de gemeenteraden na de omrekening nog altijd volledig autonoom kunnen beslissen tot een verhoging of verlaging van het aantal gemeentelijke opcentiemen.

De gemeentebesturen vinden op de webstek van het Agentschap Binnenlands Bestuur, op de pagina http://lokaalbestuur.vlaanderen.be/node/251: een omrekeningstabel van hun aantal opcentiemen OV voor aanslagjaar 2017 naar 2018;

Op basis van de vermelde omrekeningstabel werd het tarief voor gemeente Tremelo bepaald op 566,75 (indien wordt afgerond tot 2 cijfers na de komma) of 567 (indien wordt afgerond tot 1 cijfer voor de komma). Omwille van gebruiksgemak wordt voorgesteld om te opteren voor het laatste bedrag, dat amper 0,0004% hoger uitvalt dan het niet-afgeronde bedrag.

 

Juridische grond

Artikel 170, §4, van de Grondwet;

Artikel 464, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen van 10 april 1992;

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

De artikelen 42, §3, 186, 187 en 253, §1, 3°, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;

Het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;

Het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies;

De financiële toestand van de gemeente;

De noodzaak tot aanpassing van het gemeentelijk reglement tot vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing van 29 november 2012.

 

Argumentatie

Ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit stijgt de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen;

Het gewijzigde artikel 2.1.4.0.2, §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit verplicht de gemeenten om hun gemeentelijke opcentiemen dientengevolge aan te passen: “Voor iedere gemeente van het Vlaamse Gewest mag het tarief, vermeld in artikel 2.1.4.0.1, op zichzelf de opbrengst van de gemeentelijk opcentiemen van het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt niet verhogen ten opzichte van het vorige aanslagjaar”;

De gemeente moet om de fiscale druk op hetzelfde niveau te behouden als voor het aanslagjaar 2017 haar opcentiemen ten opzichte van het aanslagjaar 2017 delen door 1,588;

Het is nodig om het gemeentelijk reglement tot vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing van 29 november 2012 aan te passen.

 

Financiële weerslag

Aangezien het gewijzigde tarief geen belastingverhoging inhoudt, zal dit geen impact hebben op de gemeentelijke ontvangsten.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

Voor het aanslagjaar 2018 worden ten bate van de gemeente 567 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.

 

Art. 2:

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.

 

Art. 3:

Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling Financiële zaken

 

Financiën

P.15.Dossiernaam: Kennisname verslag commissie AF, budget en AB
Onderwerp: Kennisname verslag gemeentelijke commissie algemene financiering, budget en algemeen bestuur

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Communicatie

P.16.Dossiernaam: Gemeentelijke infokanalen
Onderwerp: Wijziging reglement op het gebruik van de gemeentelijke infokanalen

 

Voorgeschiedenis

GR 22/12/2011: Reglement op het gebruik van de gemeentelijke infokanalen

CBS 05/12/2017: Wijziging reglement op het gebruik van de gemeentelijke infokanalen

 

Feiten en context

De gemeentelijke infoborden (metalen kaderconstructies) staan gratis ter beschikking van de gemeentelijke diensten, adviesraden en erkende verenigingen van Tremelo voor het aankondigen van activiteiten van culturele en sociaal-culturele aard, van jeugd, sport en algemeen nut.

De locaties van de borden zijn:

1)Baalsebaan op de parking naast het OCMW - Sociaal Huis

2)Veldonkstraat ter hoogte van Kalvennestraat

3)Schrieksebaan tegenover het Vondelpark

4)Felix Aertgeertsstraat ter hoogte van het Lindenhof

De infoborden worden door de technische dienst wekelijks aangevuld en verwijderd. De borden dienen door de aanvrager afgeleverd en opgehaald te worden in de gemeentelijke werkplaats maar worden ook regelmatig door de technische dienst bij de verenigingen opgehaald en afgeleverd.

 

Advies

De communicatiedienst adviseert om af te stappen van deze niet kostenefficiënte en verouderde vorm van communicatie.

 

Argumentatie

Het aanvullen en verwijderen van de infoborden, alsook het ophalen en wegbrengen ervan is zeer arbeidsintensief. Bovendien zijn de kaderconstructies in zeer slechte staat. Ook staan enkele kaders onveilig opgesteld en/of belemmeren ze het zicht op de weg. Slechts 10% van de verenigingen maakt nog gebruik van deze kaders. De kaders staan regelmatig leeg of slechts gedeeltelijk gevuld. Bovendien kunnen verenigingen al gebruik maken van een zeer uitgebreid en vernieuwend aanbod aan informatiekanalen via de gemeente:

- flyers en affiches in gemeentelijke gebouwen

- lichtkrant Tremelo (vernieuwing en uitbreiding (Baal) gepland)

- gedrukte activiteitenkalender in Info Tremelo (alle brievenbussen)

- online activiteitenkalender op gemeentelijke website

- verwijzing naar activiteitenkalender via sociale media en e-nieuwsbrief.

- nieuw: activiteitenkalender in gemeentelijke app 'Happy Hageland'

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De gemeenteraad keurt het gewijzigde reglement op het gebruik van de gemeentelijke infokanalen goed.

 

Art.2:

Dit gewijzigd reglement treedt in voege van zodra alternatieven beschikbaar zijn (dit wil zeggen: van zodra in beide dorpskernen een digitaal scherm aanwezig is).

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Communicatie

P.17.Dossiernaam: Nieuwjaarsdrink
Onderwerp: Retributiereglement drankenverkoop tijdens de Nieuwjaarsdrink op 't plein op zondag 7 januari 2018

 

Voorgeschiedenis

CBS 17/10/2017: Organisatie Nieuwjaarsdrink op zondag 7 januari 2018

 

Feiten en context

De Nieuwjaarsdrink is een jaarlijkse traditie. Alle inwoners worden uitgenodigd om samen met het gemeentebestuur te toasten op het nieuwe jaar. In 2018 vindt de Nieuwjaarsdrink plaats op zondag 7 januari van 11 tot 15 uur. Elke aanwezige inwoner ontvangt een gratis drank- en eetbon voor een drankje of hap (frietje/smoutebollen) naar keuze. Daarnaast worden er ook dranken te koop aangeboden. Huize De Veuster zorgt mee voor de organisatie van de drankenverkoop en ontvangt hiervoor een forfaitaire vergoeding.

 

Financiële weerslag

De ontvangsten uit de verkoop van dranken worden geboekt op registratiesleutel 0710/70200000.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De gemeenteraad beslist om tijdens de Nieuwjaarsdrink op zondag 7 januari 2018 alle dranken te koop aan te bieden aan 1,50 euro per consumptie met uitzondering van cava en streekbier aan 3,00 euro per consumptie. Dranken zijn contant betaalbaar tegen afgifte van consumptiebonnen.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Gemeentesecretaris

P.18.Dossiernaam: Rechtspositieregeling gemeentepersoneel
Onderwerp: Goedkeuring rechtspositieregeling gemeentepersoneel

 

Voorgeschiedenis

          24/09/2015: de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel werd de laatste keer gewijzigd door de gemeenteraad.

          09/2016: invoering van het Vlaams zorgkrediet, dat de regels betreffende de loopbaanonderbreking wijzigt.

          02/2017: wettelijke regeling rond het onbetaald verlof wijzigt.

          03/2017: de aanzet tot opmaak van een nieuwe rechtspositieregeling wordt gegeven. Hiervoor wordt een samenwerking aangegaan met CC Consult.

          02/10/2017 en 16/10/2017 en 11/12/2017: het ontwerp van de nieuwe rechtspositieregeling wordt besproken op het gemeentelijk managementteam.

          30/11/2017: het ontwerp van de nieuwe rechtspositieregeling wordt besproken op het syndicaal overleg.

          09/06/2017, 31/10/2017 en 14/12/2017: het ontwerp van de nieuwe rechtspositieregeling wordt besproken op het managementteam van het OCMW.

 

Feiten en context

In 2015 werd de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel de laatste keer gewijzigd. Naar aanleiding van de wetswijzigingen omtrent het onbetaald verlof en de loopbaanonderbreking, dient de rechtspositieregeling op heden opnieuw gewijzigd te worden. Gelet op de nakende integratie van gemeente en OCMW werd ervoor geopteerd om de rechtspositieregelingen voor het OCMW- en het gemeentepersoneel zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen: het gaat juridisch nog steeds om twee aparte rechtspositieregelingen, doch deze werden tekstueel en lay-out-gewijs in één document vervat. Er wordt met verschillende kleuren gewerkt die duidelijk aangeven welk artikel op wie van toepassing is. Dit resulteert in enkele terminologische wijzigingen en aanvullingen en daarnaast werden ook verschillende artikels inhoudelijk gewijzigd.

 

De belangrijkste wijzigingen zijn volgende:

 

1) Evaluatie (artikels 50, 51, 52, 53, 56, 57, 58, 60, 66, 84 en 88)

Personeelsleden hebben recht op opvolging en feedback over hun manier van functioneren. De personeelsleden worden opgevolgd en in voorkomend geval geëvalueerd op ambtelijk niveau. Er vindt jaarlijks minstens één functioneringsgesprek plaats. Ook de secretaris en de financieel beheerder worden opgevolgd en krijgen feedback over hun manier van functioneren.

 

Het ontslag wegens beroepsongeschiktheid omwille van het onvoldoende functioneren van het personeelslid is niet mogelijk zonder voorafgaande evaluatie. Een evaluatie kan maar als er minstens drie maanden vooraf meerdere functioneringsgesprekken hebben plaatsgevonden. Een functioneringsgesprek mondt uit in een afsprakennota. Deze bepaling geldt ook voor de secretaris en financieel beheerder.

 

2)Vorming (artikel 103)

De toestemming voor deelname aan een vormingsactiviteit kan geweigerd worden op grond van enkele algemene criteria, zijnde het dienstbelang, een gebrek aan inhoudelijke relevantie of meerwaarde of praktische bezwaren, tenzij de vormingsactiviteit aangevraagd wordt in het kader van het Vlaams Zorgkrediet.

 

3)Functionele loopbaan (artikels 115, 116, 117, 118 en 119)

Doorstromen naar een volgende salarisschaal zal mogelijk zijn vanaf aan de voorwaarden voldaan is, waaronder de voorwaarde dat de laatste 2 jaar geen ongunstig evaluatieresultaat vastgesteld werd. Voorheen was dit mogelijk indien er een gunstig evaluatieresultaat werd vastgesteld.

 

4)Voorwaarden betreffende bevordering en interne personeelsmobiliteit (artikels 126, 127, 128, en 129; 138)

Om in aanmerking te komen voor bevordering en interne personeelsmobiliteit, moet voldaan zijn aan alle voorwaarden. De voorwaarde betreffende het evaluatieresultaat werd gewijzigd in die zin dat vanaf heden voldaan is aan deze voorwaarde wanneer er geen ongunstig evaluatieresultaat vastgesteld werd in de voorbije 2 jaar, daar waar er voorheen een gunstig evaluatieresultaat noodzakelijk was.

 

Ook betreffende de diplomavereisten werden de voorwaarden licht gewijzigd: in sommige gevallen werd deze versoepeld, in andere gevallen wordt er geen diplomavereiste meer gesteld.

 

5)Vervanging van de secretaris en financieel beheerder bij afwezigheid of verhindering (artikel 148bis)

Om de vervanging van de secretaris en financieel beheerder in geval van afwezigheid of verhindering te regelen, werd een nieuw artikel 148bis ingevoegd in het ontwerp van de rechtspositieregeling. Dit artikel stelt dat bij verhindering of afwezigheid er een vervanger (waarnemer) aangesteld kan worden, en dit in elk geval gedaan wordt indien de secretaris of financieel beheerder langer dan 120 dagen verhinderd is of afwezig blijft, of bij vacature van het ambt.

Wie tewerk gesteld is op A-niveau en/of een universitair einddiploma behaald heeft, komt in aanmerking als vervanger. De vervanger (waarnemer) kan een personeelslid zijn van zowel gemeente als OCMW. Het komt toe aan de secretaris en financieel beheerder om een tijdelijke vervanger (waarnemer) aan te stellen.

 

6)Uitdiensttreding contractueel personeelslid (artikel 163bis)

Indien het personeelslid een opzegtermijn heeft van minstens 30 weken, bestaat het ontslagpakket uit een outplacementbegeleiding van 60 uren. De tijd die hieraan wordt besteed, wordt aangerekend op het sollicitatieverlof. Indien het personeelslid ontslagen wordt met een opzegvergoeding van minstens 30 weken, zullen 4 weken worden aangerekend voor de waarde van de outplacementbegeleiding.

 

7)Overdracht personeel gemeente/OCMW (artikel 163ter)

Gemeente en OCMW kunnen bij gemotiveerd raadsbesluit statutair en contractueel personeel overdragen aan elkaar. De OCMW- en gemeenteraad moet hiermee akkoord gaan. De overdracht is enkel mogelijk mits akkoord van het betrokken personeelslid.

 

8)Terbeschikkingstelling personeel aan andere overheid, vzw of EVA (artikel 163quiquies, 163sexies, 163septies, 163octies, 163nonies, 163decies, 163undecies)

Gemeente en OCMW kunnen bij gemotiveerd besluit statutair en contractueel personeel ter beschikking stellen van een andere overheid of een vereniging zonder winstoogmerk, waarin gemeente/OCMW niet deelneemt en waarvan de activiteit verband houdt met het gemeentelijk belang/ de sociale doeleinden van het OCMW. De terbeschikkingstelling is tijdelijk.

 

Het gemeentebestuur kan personeel ter beschikking stellen of overdragen aan een extern verzelfstandigd agentschap (EVA).

 

9)Reis- en verblijfskosten (artikel 206)

Reiskosten worden vanaf heden vergoed per kwartaal.

 

10)Maaltijdcheques (artikel 210)

Het aantal maaltijdcheques dat wordt uitgekeerd zal gelijk zijn aan het aantal effectief gepresteerde arbeidsuren, gedeeld door 7,6. Voorheen werd dit berekend aan de hand van het aantal arbeidsdagen.

 

De kost van de vervanging van de drager van de maaltijdcheques kan nooit meer bedragen dan de waarde van één maaltijdcheque.

 

11)Hospitalisatieverzekering (artikel 211)

Vanaf heden zal een collectieve hospitalisatieverzekering afgesloten worden voor: (1) statutaire personeelsleden, (2) personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, (3) personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van meer dan één jaar en (4) personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur dat verlengd wordt na één jaar.

 

12)Fietsvergoeding (artikel 215)

De fietsvergoeding is maximaal gelijk aan het maximumbedrag dat op grond van de wetgeving vrijgesteld is van sociale en fiscale bijdragen. Ook de verplaatsing per elektrische fiets komt in aanmerking voor een fietsvergoeding.

 

13)Terbeschikkingstelling laptop en internetaansluiting (artikel 216bis)

De secretaris bepaalt wie in aanmerking komt voor structureel thuiswerk, en wie aldus aanspraak kan maken op de kosteloze terbeschikkingstelling van een internetaansluiting en laptop.

Afhankelijk van de situatie kunnen beide voordelen aanzien worden als voordeel in natura. Voorheen werd de regeling hieromtrent uitdrukkelijk in de rechtspositieregeling ingeschreven. Aangezien het echter niet de bedoeling is de rechtspositieregeling te gedetailleerd te maken, zal de regeling betreffende voordelen in natura elders uitgewerkt worden.

 

14)Ziekteverlof (artikel 232)

De vakantiedagen die een statutair personeelslid niet heeft kunnen opnemen als gevolg van een langdurige ziekte, worden toegevoegd aan het nog beschikbare ziektekrediet. Vanaf heden wordt als 'langdurig' beschouwd: een totale afwezigheid wegens ziekte, gedurende een kalenderjaar, van meer dan 23 werkdagen. Voorheen werd dit gedefinieerd aan de hand van 'meer dan één maand', maar dit kon tot verwarring leiden.

 

15)Deeltijdse werkhervatting (artikel 235)

Statutaire personeelsleden die na een afwezigheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht geschikt geacht worden om hun functie op te nemen met deeltijdse prestaties, kunnen hiervoor toestemming krijgen. De aanvraag moet voor de eventuele werkhervatting ingediend worden.

 

16)Verlof voor deeltijdse prestaties (artikel 244)

Dit verlof bestaat niet meer.

 

17)Onbetaald verlof (artikel 249, 250 en 251)

De wettelijke regeling omtrent het onbetaald verlof werd recent grondig gewijzigd. Vanaf heden bestaan volgende vormen van onbetaald verlof:

a. 20 werkdagen per kalenderjaar

b. 2 jaar gedurende de loopbaan

c. 12 maanden voltijdse onderbreking gedurende de loopbaan, bijkomend vanaf de leeftijd van 55 jaar nog eens 12 maanden voltijdse onderbreking

d. 60 maanden vermindering van arbeidsprestaties tot 80% of 50% van een voltijdse betrekking, en vanaf de leeftijd van 55 jaar onbeperkte mogelijkheid tot het verminderen van arbeidsprestaties tot 80% of 50% van een voltijdse betrekking.

 

Het onbetaald verlof zoals omschreven bij a. en b. is geen recht, maar kan worden toegestaan als gunstmaatregel, voor zover de goede werking van dienst niet in het gedrang komt. Het onbetaald verlof, zoals omschreven bij a. kan het personeelslid slechts opnemen nadat de jaarlijkse vakantiedagen, op vijf dagen na, en overuren opgebruikt zijn. Dit verlof moet aangevraagd worden binnen een redelijke termijn met een maximum van één maand voor de aanvang van het verlof.

 

Het onbetaald verlof zoals omschreven bij c is een recht voor alle personeelsleden.

 

Het onbetaald verlof zoals omschreven bij d. is een recht voor alle personeelsleden, onder voorbehoud van volgende regel. Voor de decretale graden en personeelsleden van niveau A en B maakt de vermindering tot 50% een gunstmaatregel uit, die toegestaan kan worden voor zover de goede werking van de dienst daardoor niet in het gedrang komt

 

18)Loopbaanonderbreking/zorgkrediet (artikels 252, 253, 254, 255, 256, 257, 258, 259 en 260)

Het personeelslid kan de federale thematische verloven van loopbaanonderbreking worden toegekend, en kan daarnaast ook aanspraak maken op het zorgkrediet. Deze verloven zijn een recht voor alle personeelsleden, ongeacht hun graad.

Het zorgkrediet is steeds gebonden aan enkele welbepaalde motieven:

- Zorg voor een kind tot en met de leeftijd van 12 jaar;

- Zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad;

- Zorg voor een kind met handicap;

- Palliatieve zorgen;

- Volgen van een opleiding.

Aan deze motieven zijn nog enkele vereisten verbonden.

De totale duur van het zorgkrediet is afhankelijk van het stelsel waarin deze onderbreking wordt opgenomen: 18 maanden bij een volledige onderbreking, 36 maanden bij een onderbreking van 50% en 90 maanden bij een onderbreking met 1/5de.

 

19)Palliatieve verzorging (artikel 261 en 262)

Periode van 1 maand palliatief verlof kan vanaf heden 2 keer verlengd worden. Voorheen was dit slechts 1 keer mogelijk.

 

20) Bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid

Voorheen stond bepaald dat dit mogelijk was voor de verzorging van een gezins- of familielid tot de tweede graad. De beperking 'tot de tweede graad' werd weggelaten.

 

Juridische grond

          Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 105 waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad instaat voor het vaststellen van de rechtspositieregeling van het personeel.

          Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 87 §4 3° dat bepaalt dat de secretaris in overleg met het managementteam zorgt voor het opstellen van een voorontwerp van de rechtspositieregeling.

          Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 116 dat de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling vastlegt.

          Wet van 19 december 1974 betreffende de regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid artikel 2 dat bepaalt dat met de vakbonden onderhandeld moet worden over het administratief statuut.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het  mandaatstelsel van het gemeente- en provinciepersoneel, en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Advies

Syndicaal overleg 30/11/2017: verschillende artikels werden aangepast conform de wensen van de syndicaten. Desondanks heeft ACOD reeds officieel een protocol van niet-akkoord gemotiveerd, in die zin dat artikel 66 §1 (gevolgen evaluatie) en artikel 115 (doorstroming functionele loopbaan) strenger zijn dan het Besluit van de Vlaamse Regering. Toezicht heeft echter bevestigd dat deze afwijking tot de mogelijkheden van het bestuur behoort. ACV heeft tijdens het syndicaal overleg eveneens gesteld niet akkoord te zijn met deze keuzes, doch van ACV werd er nog geen protocol van akkoord/niet akkoord ontvangen. VSOA was niet aanwezig op het overleg, en heeft ook nog geen protocol of opmerkingen overgemaakt.

 

Argumentatie

          Door goedkeuring van het ontwerp van de rechtspositieregeling wordt rechtszekerheid verschaft aan de personeelsleden.

          Het nieuwe ontwerp van de rechtspositieregeling werd opgesteld met inachtneming van de nieuwe wetgeving, waardoor het administratief statuut voldoet aan de geldende bepalingen van de hogere wetgeving.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, waarvan het ontwerp integraal deel uitmaakt van deze beslissing, goed.

 

Art. 2:

De gemeenteraad geeft een positief advies over het ontwerp van de nieuwe rechtspositieregeling van het OCMW-personeel.

 

Art. 3:

Deze beslissing en het bijbehorende dossier wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Gemeentesecretaris

P.19.Dossiernaam: Organogram gemeentelijke diensten (update 2017)
Onderwerp: Aanpassing organogram en personeelsformatie gemeentelijke diensten

 

Voorgeschiedenis

Het voorliggend voorontwerp van organogram is opgemaakt in overleg met het managementteam (G-MAT 16/10/2017 en 11/12/2017). Het laatste officieel  door de gemeenteraad vastgesteld organogram dateert van ruim 10 jaar geleden (2007). Dat betekent dat het officiële organogram niet meer spoort met de ambtelijke en organisatorische realiteit van vandaag en dat er nood is aan een update. Het voorliggend ontwerp werd besproken op het syndicaal overleg van 30/11/2017.

 

Feiten en context

Momenteel is men binnen de diensten van gemeente en OCMW volop bezig met een proces van inkanteling en integratie (cfr. project Samen-Sporen). Voorliggend ontwerp van organogram houdt al in beperkte mate rekening met wat er op dat vlak te gebeuren staat op organisatorisch vlak, maar het is nog te voorbarig om van een echte voorafname te gewagen. Strikt juridisch gezien moeten beide besturen voorlopig nog een eigen (apart) organogram hebben (en goedkeuren). In de praktijk werken sommige besturen al met een min of meer geïntegreerd organogram. Het is de bedoeling om na de goedkeuring van het hangende decreet lokaal bestuur verder werk te maken van een geïntegreerd organogram voor gemeente en OCMW.

 

Het ontwerp, zoals in bijlage terug te vinden, moet op enkele plaatsen nog licht gewijzigd worden:

•BKO: momenteel staat er 'D1-D3 begeleidster (CO) 1,5 FTE'. Het gaat echter om 2 FTE in plaats van slechts 1,5 FTE.

•Grondzaken: momenteel wordt verwezen naar de 'milieudienst'. Het gaat echter om de dienst 'milieu en mobiliteit'.

•Er zou een nieuwe functie gecreëerd worden binnen de centrale aankoopdienst.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet van 15 juli 2015, inzonderheid artikel 75 dat bepaalt dat de gemeenteraad het organogram van de gemeentelijke diensten vaststelt. Het organogram geeft de organisatiestructuur van de gemeentelijke diensten weer, geeft de gezagsverhoudingen aan en duidt de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.

 

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 87, § 4, dat stelt dat de gemeentesecretaris in overleg met het managementteam zorgt voor het opstellen van het voorontwerp van het organogram.

 

Advies

Op het syndicaal overleg van 30/11/2017 werd het organogram besproken. Van ACOD heeft gemeente Tremelo inmiddels een protocol van niet-akkoord ontvangen, om reden dat de statutaire functies afgebouwd worden. ACOD blijft pleiten voor statutaire functies. ACV heeft deze opvatting bevestigd tijdens het syndicaal overleg, maar heeft nog geen officieel protocol van niet-akkoord overgemaakt. VSOA was niet aanwezig op het overleg en heeft nog geen opmerkingen of protocol doorgegeven.

 

Argumentatie

Op aangeven van de gemeentesecretaris en in samenspraak met het managementteam is het aangewezen het gemeentelijk organogram en het personeelsbehoefteplan te actualiseren en coherenter te maken. Deze aanpassing heeft vooral tot doel om in personeelsmatig opzicht de juiste condities te realiseren om de kerntaken en de dienstverlening optimaal te organiseren.

 

Het voorstel is om een aantal wijzigingen door te voeren die de organisatie ten goede komen, in de wetenschap weliswaar dat in het kader van de inkanteling van het OCMW in de gemeente een grondigere hertekening van het organogram nodig zal zijn.

Aangezien het huidige organogram op een aantal punten achterhaald is, is het zinvol om nu reeds enkele veranderingen door te voeren, met name in de clusters personeel en organisatie (voorheen interne zaken), burgerzaken, financiële dienst, vrije tijd en grondzaken. Het is de bedoeling om via een meer adequate en coherente structuur de interne organisatie, coördinatie en aansturing te verbeteren, en recht te doen aan de uiteenlopende behoeften inzake interne en externe dienstverlening.

 

Financiële weerslag

Zie bijgevoegde nota i.v.m. de financiële impact door CC Consult.

 

BESLUIT

13 stemmen voor: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Tjorven Puype, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

10 stemmen tegen: Koen De Vadder, Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek, Geert Laporte, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Petra Vreys, Paul Vermeylen, Paul Vandyck en Chris Lievens

 

Art. 1:

De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het nieuwe ontwerp van het organogram en de personeelsformatie van de gemeentelijke diensten, dat integraal deel uitmaakt van deze beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Secretariaat

P.20.Dossiernaam: Bijkomend punt  LED -  GR.-lid Nick De Rijck
Onderwerp: Communicatie via LED schermen in Tremelo-Baal, ingediend door Nick De Rijck gemeenteraadslid N-VA overeenkomstig art. 22 van het gemeentedecreet op 8.12.2017.

 

Voorgeschiedenis

8 december 2017: mail van gemeenteraadslid Nick De Rijck. Hij wenst een agendapunt toe te voegen aan de gemeenteraad van 21 december 2017.

 

Juridische grond

art. 22 van het gemeentedecreet

 

Argumentatie

Momenteel maken de Tremelose en Baalse verenigingen, partijen, vzw ‘s, enz gebruik van de infopanelen langs de invalswegen om de inwoners op de hoogte te brengen van komende evenementen. Een communicatiemedium dat zijn beste tijd echter heeft gehad. Niet alleen is er de relatief hoge kostprijs voor de borden en anderzijds de beplakking; de vele werkuren die in het weghalen en ophangen van de borden worden gestoken mogen zeker niet onderschat worden. Bovendien is de ruimte beperkt: er kunnen per vaste locatie max. 4 verschillende boodschappen getoond worden. Daarom stellen we voor om de huidige infrastructuur ( 5 locaties: 4 vaste bordinrichtingen en het bord op het Damiaanplein ) te vervangen door LED schermen.

Overwegende dat de huidige manier van communiceren over de activiteiten van de verenigingen en van de gemeente via de infoborden aan herziening toe is gelet op de relatieve hoge kostprijs van aankoop van de borden en de beplakking, naast het aantal werkuren voor de installatie en de beperkte beschikbare ruimte;

Overwegende dat het gebruik van LED schermen toz van de huidige werkwijze milieuvriendelijker is;

Overwegende dat de vervanging van de huidige infrastructuur door LED-schermen een mogelijk oplossing biedt voor de hierboven vermelde problemen;

Overwegende dat het bijgevolg opportuun is om over te gaan tot aankoop van dergelijke LED-schermen;

Overwegende dat het opportuun is het CBS te mandateren de onderhandelingsprocedure te voeren voor de gemeente;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen;

Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 248 tot en met 264, betreffende het bestuurlijk toezicht;

Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, levering en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26§1;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013

tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen;

Gelet op de wettelijke beschikkingen inzake het bestuurlijk toezicht inzonderheid de artikelen 248 tot 260 van het gemeentedecreet; Gelet op de gemeentewet; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet;

 

Daarom stelt hij het volgende voor ter stemming:

1. Het CBS krijgt de opdracht om een bestek op te stellen en een aanbesteding uit te schrijven voor de levering, plaatsing, in werking stellen, onderhoud, enz van 5 LED borden om de bestaande bordinfrastructuur en scherm op het Damiaanplein te vervangen. Richtdatum is mei 2018.

2. Het CBS schrijft het nodige geld in het budget 2018 in. Desnoods met een BW.

3. Het CBS stelt een gebruikersregelement op.

4. Het CBS laat een format opstellen welke geintresseerden kunnen gebruiken voor hun boodschap aan te leveren en die compatibel is met de soft-ware van de LED borden.

5. De communicatiedienst staat in voor het beheer van de boodschappen op de LED borden.

 

BESLUIT

9 stemmen voor: Koen De Vadder, Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek, Geert Laporte, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Petra Vreys, Paul Vermeylen en Paul Vandyck

14 stemmen tegen: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Tjorven Puype, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Chris Lievens, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

 

De gemeenteraad beslist, gelet op het resultaat van de stemming, niet in te gaan op dit voor stel van gemeenteraadslid Nick De Rijck.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Secretariaat

P.21.Dossiernaam: Bijkomend punt daken -  GR.-lid Nick De Rijck
Onderwerp: Maken van een thermografische dakenscan door de gemeente, ingediend door Nick De Rijck gemeenteraadslid N-VA overeenkomstig art. 22 van het gemeentedecreet op 10.12.2017.

 

Voorgeschiedenis

11 december 2017: mail van gemeenteraadslid Nick De Rijck. Hij wenst een agendapunt toe te voegen aan de gemeenteraad van 21 december 2017.

 

Feiten en context

Op 25/06/2014 ondertekenden de burgemeesters van Vlaams-Brabant het burgemeestersconvenant om op gemeentelijk vlak de CO2 te reduceren met 20 % in 2020 toz van 1990.

Door het ondertekenen van het burgemeestersconvenant heeft onze gemeente het engagement genomen tot het terugdringen van de CO2-uitstoot in de atmosfeer. Een belangrijke hoeveelheid CO2 komt voort door het verlies van energie door daken en ramen. Men zou er kunnen voor kiezen de gemeentelijke subsidie voor dak- en zoldervloerisolatie te verhogen.

De beste manier om de uitstoot van CO2 te reduceren is het gebruik van energie te laten dalen. Een belangrijk middel is de energie-efficiënte renovaties in woningen te stimuleren.

Via thermografische opnamen kan men het energieverlies en lekken via gevels en daken zichtbaar te maken . Op deze manier kan men inwoners – eigenaars – verhuurders ertoe aanzetten om werk te maken van de energierenovatie van hun woning – gebouw.

Daken zijn over het algemeen goed voor 30 % van het warmteverlies van een woning.

Gezien meten= weten is stellen we voor dat de gemeente een thermografische scan laat maken van de daken in onze gemeente. Hierdoor kan men per dak het warmteverlies detecteren. Deze scan dient in de wintermaanden te gebeuren.

Aansluitend aan deze scan stellen we voor de milieudienst te versterken ( opleiding ) om onze inwoners te ondersteunen in energiebesparende investeringen.

In een later stadium zou men ook kunnen denken aan gevelscans.

Op dit ogenblik biedt Interleuven een thermografische scan aan voor woningen. De prijs ligt rond de 285 €/woning. Met een dakenscan voor de ganse gemeente zouden we meer inwoners kunnen warm maken om werk te maken van de isolatie van hun woning.

 

Juridische grond

art. 22 van het gemeentedecreet

 

Argumentatie

Dakenscan: het warmteverlies via je dak

Op een luchtfoto - warmtefoto kan je zien hoeveel warmte via de daken van de huizen verloren gaat. Deze vormt een indicatie voor de mate waarin je dak geïsoleerd is. Je dak isoleren verhoogt het comfort van je woning en kan voor een flinke besparing op je energiefactuur zorgen. Bovendien betekent dit een vermindering van de CO2-uitstoot. Zo draag ook jij een steentje bij om klimaatverandering tegen te gaan.

Thermografische luchtfoto

Met een thermo grafische luchtfoto kan je zien welke gebouwen veel warmte verliezen en krijgen we een duidelijk beeld van de isolatiegraad van onze huizen. Deze kennis is niet alleen handig om de CO2-uitstoot te beperken, maar ook om te besparen op de energiefactuur.

Thermo grafische kaart

Bewoners kunnen zien of er veel of weinig warmte ontsnapt langs je dak.

Hoe roder je dak op de kaart wordt weergegeven, hoe meer warmte er verloren gaat. In een aantal situaties zal de foto geen correcte indicatie geven van de isolatie van je dak, bijvoorbeeld bij niet gebruikte ruimtes onder het dak, het gebruik van bepaalde materialen als dakbedekking of de aanwezigheid van zonnepanelen.

Interpretatie van de kleurcode

Rood = veel warmteverlies

Slecht geïsoleerd, maar kan ook groen dak zijn, schouw, lichtstraat (enkel glas), …

Geel / oranje = veel warmteverlies

Isolatie kan met hoge waarschijnlijkheid veel beter.

Groen = matig warmteverlies

Blauw = weinig warmteverlies of niet waarneembaar

De woning is goed geïsoleerd of de woning is niet verwarmd (bv. de woning is onbewoond, de ruimtes onder het dak, zoals de zolder, of de garage/tuinhuis worden niet verwarmd of je ziet een afdak of carport)

De interpretatie van de warmtefoto is niet altijd evident daarom het voorzien van een gemeentelijk energieloket.

 

Daarom stelt hij het volgende voor ter stemming:

1. Het CBS krijgt de opdracht om thermografische dakenscan van de gemeente te laten uitvoeren. Hiervoor doet ze al het nodige zoals budgetten, aanbesteding, bestek, enz. Eventueel via Interleuven.

2. Het CBS versterkt ( opleiding ) de milieudienst om de inwoners met raad en daad (technisch) bij te staan om hun woningen energiezuiniger te maken.

3. Er wordt voldoende ruchtbaarheid gegeven, via de milieudienst en communicatiedienst aan de inwoners, hierover.

 

BESLUIT

5 stemmen voor: Nick De Rijck, Luc Van Eesbeek, Geert Laporte, Christoph Torfs en Petra Vreys

17 stemmen tegen: Diane Willems, Bert De Wit, Bertrand Eraly, Jan Van Herck, Theo Smets, Liliane Van Muysen, Koen De Vadder, Tjorven Puype, Paul Vermeylen, Paul Vandyck, Diane Van Brussel, Kris Olemans, Diana Van Leemputten, Chris Lievens, Elynn Van Uffel, Paul Dams en Marc Verlinden

 

De gemeenteraad beslist, gelet op het resultaat van de stemming, niet in te gaan op dit voorstel van gemeenteraadslid Nick De Rijck.

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2017

 

Afdeling P&O

 

Secretariaat

P.22.Dossiernaam: Vragenkwartiertje
Onderwerp: Vragenkwartiertje

 

 

 

Publicatiedatum: 21/01/2019