Zitting van 29 april 2021
Afdeling P&O
Algemeen directeur
P.3.Dossiernaam: Delegatie van bevoegdheden van de OCMW-raad
Onderwerp: Delegatie van bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau (conform het DLB)
Feiten en context
Sinds het decreet lokaal bestuur zijn de delegatiemogelijkheden sterk uitgebreid.
Juridische grond
• Decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 77, 1e lid waarin bepaald wordt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor alle aangelegenheden die aan het OCMW door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.
• Decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 78, 1e lid waarin bepaald wordt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden kan toevertrouwen aan het vast bureau.
• Decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 78, 2e lid waarin bepaald wordt welke bevoegdheden niet gedelegeerd kunnen worden aan het vast bureau.
• Decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 85 waarin bepaald wordt welke bevoegdheden, die de raad voor maatschappelijk welzijn kan delegeren aan het vast bureau, verder gedelegeerd kunnen worden aan de algemeen directeur.
Argumentatie
Het was de bedoeling van de decreetgever om meer mogelijkheden te bieden op het vlak van zelforganisatie. De bevoegdheidsverdeling tussen de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau moet zo georganiseerd worden dat de raad voor maatschappelijk welzijn de mogelijkheid krijgt zich maximaal toe te leggen op de strategische, beleidsbepalende beslissingen, met aansturing op de hoofdlijnen van de beleidsuitvoering.
De organisatie van de diensten heeft voornamelijk betrekking op interne aangelegenheden, die zich eerder situeren op het operationele niveau. Om de dagdagelijkse werking continu te kunnen evalueren en optimaliseren, is het belangrijk om snel en kordaat te kunnen optreden, alsook om eventuele wijzigingen meteen door te voeren. Om deze redenen verdient het de voorkeur om volgende bevoegdheden inzake personeelsaangelegenheden te delegeren van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau:
1) De vaststelling van de rechtspositieregeling
Elke wijziging aan de rechtspositieregeling wordt overigens beperkt door het wettelijk kader (de rechtspositiebesluiten), en wordt steeds voorafgaand voorgelegd aan de vakbonden, hetgeen een zekere vorm van controle inhoudt.
2) De vaststelling van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer'
Het door de raad voor maatschappelijk welzijn vastgestelde begrip van 'dagelijks personeelsbeheer' blijft uiteraard gelden totdat het vast bureau een nieuwe beslissing neemt.
3) Het afsluiten van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van de beëindiging van het dienstverband, aangaande de gevolgen van de beëindiging van dit dienstverband
Het afsluiten van deze dadingen is gekoppeld aan individuele personeelsdossiers, waarvoor de algemeen directeur hoofdzakelijk bevoegd is als hoofd van het personeel. Het einde van een dienstverband is overigens grotendeels gebonden aan regels van hogere, hoofdzakelijk dwingende wetgeving. Deze delegatie is niet van toepassing op het sluiten van dadingen met de algemeen directeur en de financieel directeur over de beëindiging van hun dienstverband.
4) De vaststelling van reglementen betreffende personeelsaangelegenheden
Hierbij gaat het om alle reglementen die de personeelsleden van lokaal bestuur Tremelo aanbelangen, zoals bijvoorbeeld het arbeidsreglement of de deontologische code. Deze reglementen worden op voorhand steeds voorgelegd aan de vakbonden.
5) De vaststelling van het organogram
Elke wijziging van het organogram wordt steeds voorafgaand voorgelegd aan de vakbonden, hetgeen een zekere vorm van controle inhoudt.
6) De vaststelling van de personeelsformatie en/of het personeelsplan
Elke wijziging van de personeelsformatie en/of het personeelsplan wordt steeds voorafgaand voorgelegd aan de vakbonden, hetgeen een zekere vorm van controle inhoudt.
Bij elke delegatie moeten de rapporteringsverplichtingen bepaald worden. Gezien de draagwijdte van bovenstaande delegaties, verdient het de voorkeur twee maal per jaar aan de raad voor maatschappelijk welzijn te rapporteren over de beslissingen die op grond van bovenstaande delegaties genomen werden.
Financiële weerslag
Er is geen financiële weerslag.
BESLUIT
13 stemmen voor: Bert De Wit, Bertrand Eraly, Diane Willems, Nick De Rijck, Petra Vreys, Werner Van Nuffelen, Theo Smets, Christoph Torfs, Joachim De Buyser, Nele De Preter, Jamin Desaever, Jolien Wittemans en Jan Van Herck
10 stemmen tegen: Paul Dams, Elynn Van Uffel, Diana Van Leemputten, Marc Verlinden, Nadia Van Beughem, Alain Verschaeren, Johan Van Lier, Joris Heremans, Kimberly Dockx en Katrien van Gilse
Art. 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn besluit bij wijze van reglement volgende bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn te delegeren aan het vast bureau:
- de vaststelling van de rechtspositieregeling;
- de vaststelling van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer';
- het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van de beëindiging van hun dienstverband, aangaande de gevolgen van de beëindiging van dit dienstverband, met uitzondering van dadingen met de algemeen directeur en financieel directeur;
- de vaststelling van reglementen betreffende personeelsaangelegenheden;
- de vaststelling van het organogram;
- de vaststelling van de personeelsformatie en/of het personeelsplan.
Art. 2:
De raad voor maatschappelijk welzijn legt een jaarlijkse rapporteringsverplichting op aangaande de beslissingen die genomen worden in het kader van deze delegatie van bevoegdheden.