Zitting van 30 april 2020

 

Aanwezig de dames en heren:

Bert De Wit: Burgemeester;

Bertrand Eraly, Diane Willems, Nick De Rijck, Petra Vreys, Werner Van Nuffelen: Schepenen;

Paul Dams, Elynn Van Uffel, Diana Van Leemputten, Marc Verlinden, Theo Smets, Nadia Van Beughem, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Joachim De Buyser, Johan Van Lier, Nele De Preter, Jamin Desaever, Joris Heremans, Kimberly Dockx, Katrien van Gilse, Jolien Wittemans: Raadsleden;

Wim Vandenbroeck: Algemeen directeur;

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van 30 april 2020

 

OCMW

 

Bestuur en Werking

P.1.Dossiernaam: Goedkeuring verslag open RMW
Onderwerp: Goedkeuring verslag open raad voor maatschappelijk welzijn

 

Voorgeschiedenis

30 januari 2020 : raad voor maatschappelijk welzijn

 

Juridische grond

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de open raad voor maatschappelijk welzijn goed.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De raad keurt de notulen van de open zitting van 30 januari 2020 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 30 april 2020

 

OCMW

 

Sociale dienst

P.2.Dossiernaam: Reglement fonds voor participatie
Onderwerp: Reglement fonds voor participatie

 

Voorgeschiedenis

Op 19 januari 2012 heeft de raad voor maatschappelijk welzijn een reglement inzake de toekenning van socio-culturele participatie goedgekeurd.

 

 

Feiten en context

Er werd vastgesteld dat er binnen het huidige reglement doelgroepen werden uitgesloten, zoals bijvoorbeeld studenten, die niet op ons grondgebied verblijven maar voor wie wij wel bevoegd zijn. Het huidige reglement houdt bovendien geen rekening met eventuele spaargelden, maar is enkel gebaseerd op de inkomsten.

 

Juridische grond

• De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.

• Het koninklijk besluit van 29 juli 2019 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2019.

• Het koninklijk besluit van 5 december 2019 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de tweede helft van het jaar 2019.

 

 

Advies

Het BCSD gaf in zijn vergadering van 25 februari 2020 een positief advies tot goedkeuring van het nieuwe reglement.

Het vast bureau gaf in zijn vergadering van 3 maart 2020 een positief advies tot goedkeuring van het nieuwe reglement.

 

Argumentatie

Er wordt vastgesteld dat het huidige reglement, dat goedgekeurd werd in 2012, hiaten vertoont. Zo komen er regelmatig dossiers voor waarbij we een socio-culturele participatie zouden willen toekennen, doch waarbij de betreffende personen tot een doelgroep behoren die niet voorzien werd in het reglement. Daarnaast dient er ook een eenduidig standpunt ingenomen te worden met betrekking tot het verrekenen van spaargelden, zodat er uniform gewerkt kan worden.

 

Financiële weerslag

Er is geen financiële weerslag

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De de raad voor maatschappelijk welzijn besluit het nieuwe reglement inzake de toekenning van steun in het kader van het fonds voor participatie en sociale activering goed te keuren. Dit reglement wordt als bijlage bij deze beslissing gevoegd, en maakt er integraal deel van uit.

 

Art. 2:

De de raad voor maatschappelijk welzijn besluit de toepassing van dit reglement te laten ingaan op 1 april 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 30 april 2020

 

OCMW

 

Sociale dienst

P.3.Dossiernaam: Betalingsverbintenissen t.a.v. woonzorgcentra
Onderwerp: Reglement inzake de tussenkomst in de verblijfskosten van een woonzorgcentrum

 

Feiten en context

Er wordt vastgesteld dat het aantal dossiers waarbij het OCMW een betalingsverbintenis dient af te leveren ten aanzien van een woonzorgcentrum, steeds toeneemt.  De mogelijkheid bestaat dat deze dossiers door meerdere maatschappelijk werkers behandeld zullen moeten worden, waardoor er een werkwijze en procedure bepaald dient te worden, zodat elk dossier op dezelfde manier wordt opgestart en behandeld. Er wordt overigens ook met meerdere woonzorgcentra en met verschillende bewindvoerders samengewerkt, waarbij eveneens gestreefd moet worden naar een uniforme behandeling.

 

Juridische grond

Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun die verleend wordt door Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.

 

Advies

Het BCSD gaf in zijn vergadering van 25 februari 2020 een positief advies tot goedkeuring van de drie reglementen inzake de tussenkomst in de verblijfskosten van een woonzorgcentrum.

Het vast bureau gaf in zijn vergadering van 3 maart 2020 een positief advies tot goedkeuring van de drie reglementen inzake de tussenkomst in de verblijfskosten van een woonzorgcentrum.

 

Argumentatie

Er moet vastgesteld worden dat er op heden geen enkel reglement voorhanden is, waarin een procedure omtrent het toekennen van een betalingsverbintenis ten aanzien van een woonzorgcentrum beschreven staat. De relatie tussen het OCMW en de resident, tussen het OCMW en het woonzorgcentrum en tussen het OCMW en een bewindvoerder, behelst verschillende moeilijkheden. Met het woonzorgcentrum dient zeer duidelijk afgesproken te worden welke kosten extra mogen aangerekend worden boven de ligdagprijs, welke regels gevolgd moeten worden inzake facturatie, hospitalisatie en overlijden en wat de maximale ligdagprijs is waarvoor OCMW Tremelo zich garant stelt. Aan de bewindvoerder dient duidelijk gemaakt te worden wanneer het OCMW kan tussen komen in de verblijfskosten, dat het OCMW verwacht dat de bewindvoerder de inkomsten van zijn cliënt optimaliseert en volledig doorstort aan het OCMW (m.u.v. erelonen) en dat bijkomende aankopen steeds goedgekeurd dienen te worden door het BCSD. Tot slot wordt ook een reglement ten aanzien van de resident zelf opgesteld, waarin alle informatie voorhanden is die voor hem relevant is. Zo weet de cliënt exact wat hij van het OCMW mag verwachten, en wat zijn eigen verplichtingen zijn.

 

Aangezien dossiers inzake woonzorgcentra behandeld kunnen worden door verschillende maatschappelijk werkers en er samengewerkt wordt met verschillende woonzorgcentra en met verschillende bewindvoerders, dient er een reglement opgesteld te worden waarin een uniforme procedure beschreven staat. Op deze manier wordt de gelijkheid bij de toekenning van steun makkelijker, en weten alle partijen exact wat ze van elkaar kunnen verwachten.

 

Financiële weerslag

Er is geen financiële weerslag.

 

BESLUIT

16 stemmen voor: Bert De Wit, Bertrand Eraly, Diane Willems, Nick De Rijck, Petra Vreys, Werner Van Nuffelen, Theo Smets, Nadia Van Beughem, Alain Verschaeren, Christoph Torfs, Joachim De Buyser, Nele De Preter, Jamin Desaever, Katrien van Gilse, Jolien Wittemans en Jan Van Herck

7 stemmen tegen: Paul Dams, Elynn Van Uffel, Diana Van Leemputten, Marc Verlinden, Johan Van Lier, Joris Heremans en Kimberly Dockx

 

Art. 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de drie reglementen inzake de tussenkomst in de verblijfskosten van een woonzorgcentrum goed te keuren. Deze reglementen worden als bijlage bij deze beslissing gevoegd en maken er integraal deel van uit.

 

Art. 2:

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de toepassing van deze drie reglement te laten ingaan op 1 april 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 30 april 2020

 

Afdeling Financiële zaken

 

Financiën

P.4.Dossiernaam: Gronden Schrieksesteenweg
Onderwerp: Verkoop van lot 1, lot 2 en lot 3 van de gronden gelegen aan de Schrieksesteenweg

 

Voorgeschiedenis

          24 oktober 2019: de raad voor maatschappelijk welzijn besluit lot 1, lot 2 en lot 3 van de verkaveling aan de Schrieksesteenweg te koop te stellen volgens het reglement betreffende de verkoop van onroerende goederen. De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt de instelprijs voor lot 1 op 133 000 euro, voor lot 2 op 136 000 euro en voor lot 3 op 133 000  euro.

          18 februari 2020: het vast bureau neemt kennis van de hoogste biedingen voor lot 1, lot 2 en lot 3 van de gronden aan de Schrieksesteenweg. Het vast bureau stelt vast dat de hoogste biedingen hoger zijn dan de instelprijzen die bepaald werden door de raad voor maatschappelijk welzijn van 24 oktober 2019, en besluit zodoende de onderhandse overeenkomst tot verkoop goed te keuren. Het vast bureau maakt zich sterk om deze beslissing te laten bekrachtigen door de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 maart 2020.

          3 maart 2020: het vast bureau besluit de wijzigingen aan de onderhandse overeenkomst tot verkoop goed te keuren. Het vast bureau maakt zich sterk om deze beslissing te laten bekrachtigen door de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 maart 2020.

 

Feiten en context

Op 7 november 2019 werd de eerste fase van open biedingen opgestart, waarbij iedereen de mogelijkheid had een open bod uit te brengen tot 5 januari 2020. Na afloop van deze fase, werd vastgesteld dat er geen enkel bod werd uitgebracht. Op 10 januari 2020 werd de tweede fase van gesloten biedingen opgestart, die afliep op 24 januari 2020. Er werd in totaal twee keer geboden op lot 1, één keer op lot 2 en één keer op lot 3.

 

Na opening van alle gesloten biedingen op 4 februari 2020, werden volgende hoogste biedingen weerhouden:

 

          LOT 1: hoogste bod van 141.000,00 € door De Roover en Zn BV, vertegenwoordigd door Nico Van Beers

          LOT 2: hoogste bod van 138.000,00 € door De Roover en Zn BV, vertegenwoordigd door Nico Van Beers

          LOT 3: hoogste bod van 138.000,00 € door De Roover en Zn BV, vertegenwoordigd door Nico Van Beers

 

Op de betreffende gronden rust een voorkooprecht van de Vlaamse Waterweg. Op 23 april 2020 werd bevestigd dat de Vlaamse waterweg geen gebruik zal maken van dit voorkooprecht.

 

Juridische grond

          Reglement betreffende de verkoop van onroerende goederen, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 maart 2019.

          Decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 78, lid 2, 11° waarin bepaald wordt dat het stellen van daden van beschikking over onroerende goederen een bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn is.

          Omgevingsvergunningsdecreet, inzonderheid artikel 102 waarin bepaald wordt dat bij een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarbij geen nieuwe wegen worden aangelegd of het tracé van bestaande gemeentewegen niet moet worden gewijzigd, verbreed of opgeheven, de vergunning van rechtswege vervalt als:

1) binnen een termijn van vijf jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot registratie van de verkoop, de verhuring voor meer dan negen jaar of de vestiging van erfpacht of opstalrecht ten aanzien van ten minste één derde van de kavels;

2) en binnen een termijn van tien jaar na de afgifte van de definitieve omgevingsvergunning niet is overgegaan tot dergelijke registratie ten aanzien van ten minste twee derde van de kavels.

 

Argumentatie

Voor de verkoop van deze percelen, werd het reglement betreffende de verkoop van onroerende goederen gevolgd, waardoor in eerste instantie een landmeter werd aangesteld voor de opmaak van een schattingsverslag. Uit dit schattingsverslag bleek dat lot 1 geschat werd op 122.500,00 euro, lot 2 op 125.000,00 euro en lot 3  op 122.500,00 euro.

 

Nadien werden de instelprijzen vastgesteld op basis van de geschatte waarde van de percelen, de gemaakte kosten en een opportuniteitsmarge. De instelprijzen werden vastgesteld op 133.000,00 euro (lot 1), 136.000,00 euro (lot 2) en 133.000,00 euro (lot 3). De hoogste biedingen die ontvangen werden, van respectievelijk 141.000,00 euro (lot 1), 138.000,00 euro (lot 2) en 138.000,00 euro (lot 3), zijn hoger dan de instelprijzen, en dienen zodoende aanvaard te worden.

 

De ondertekening van de notariële akte moet uiterlijk 11 mei 2020 plaatsvinden, zodat de akte geregistreerd kan worden voor 21 mei 2020. Om de verkaveling te behouden, is het immers noodzakelijk dat de verkoop van minstens twee gronden geregistreerd wordt voor 21 mei 2020.

 

De koper heeft de onderhandse overeenkomst pas na twee maanden en talloze herinneringen ondertekend. Daarom werd er reeds een oplossing bedacht, in het geval de akte niet tijdig verleden zou kunnen worden. Deze oplossing bestond erin een recht van opstal te vestigen op lot 4 en lot 5 ten aanzien van de gemeente, aangezien dit het verval van de verkaveling eveneens zou tegenhouden. Het vast bureau heeft in haar vergaderingen van 10, 24 en 31 maart de vestiging van dit recht van opstal reeds besproken. Aangezien de raad van maart geannuleerd werd, werd door het vast bureau besloten het recht van opstal te vestigen, indien dit nodig zou zijn om de verkaveling te kunnen behouden. De notaris acht het op heden echter haalbaar om de verkoop tijdig te realiseren, waardoor de vestiging van een recht van opstal niet nodig zou zijn.

 

Financiële weerslag

Door verkoop van lot 1, lot 2 en lot 3 van de gronden aan de Schrieksesteenweg, wordt in totaal 417.000,00 euro gegenereerd. De kosten van de notariële akte zijn ten laste van de koper. De kosten van levering zijn ten laste van het OCMW. Deze kosten bedragen 98,11 euro.

 

Indien het alsnog noodzakelijk zou zijn om een recht van opstal te vestigen op lot 4 en lot 5 ten aanzien van de gemeente, dan zou dit ongeveer 2000 euro kosten. De nodige kredieten werden voorzien.

 

BESLUIT

eenparig

 

Art. 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit lot 1, lot 2 en lot 3 van de gronden gelegen aan de Schrieksesteenweg te verkopen aan DE ROOVER EN ZONEN (ondernemingsnummer 0411.927.524) tegen de totale prijs van 417.000,00 euro.

 

Art. 2:

De raad voor maatschappelijk welzijn bekrachtigt de beslissingen van het vast bureau van 18 februari 2020 en 3 maart 2020 inzake de goedkeuring van de onderhandse overeenkomst tot verkoop. Deze overeenkomst wordt als bijlage bij deze beslissing gevoegd en maakt er integraal deel van uit.

 

Art. 3:

De raad voor maatschappelijk welzijn hecht zijn goedkeuring aan de notariële akte tot verkoop, die als bijlage bij deze beslissing gevoegd wordt en er integraal deel van uitmaakt. Deze akte zal ondertekend worden op 11 mei 2020.

 

Art. 4:

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de moeilijkheden inzake ondertekening die zich hebben voorgedaan in dit dossier. De raad voor maatschappelijk welzijn machtigt het vast bureau om, indien de komende weken zou blijken dat de notariële akte toch niet tijdig ondertekend zou worden, de beslissing te nemen tot vestiging van een recht van opstal van één jaar op lot 4 en lot 5 ten aanzien van de gemeente Tremelo, tegen de vergoeding van 500 euro.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/07/2020