Zitting van 26 oktober 2023
OCMW
Sociale dienst
P.2. Dossiernaam: Voorwaarden equivalent leefloon
Onderwerp: Voorwaarden equivalent leefloon koppelen aan voorwaarden RMI - wet
Feiten en context
Het equivalent leefloon is een vorm van maatschappelijke dienstverlening, waarbij er financiële steun wordt verleend aan personen die geen recht hebben op een klassiek leefloon (omdat ze niet aan de voorwaarden voldoen, bijvoorbeeld qua verblijfsstatus), maar die zich wel in een vergelijkbare noodsituatie bevinden. Het leefloon wordt toegekend op grond van de wet van 26 mei 2022 betreffende het recht op maatschappelijke integratie (hierna genoemd "RMI-wet"). Het equivalent leefloon wordt toegekend op grond van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna genoemd "OCMW-wet).
In tegenstelling tot het leefloon op grond van de RMI-wet, moeten er geen bijzondere voorwaarden of regels worden vervuld om een equivalent leefloon te verkrijgen.
Voor iedere vorm van maatschappelijke dienstverlening (equivalent leefloon of een andere vorm van maatschappelijke steun) moeten enkel twee algemene voorwaarden worden vervuld:
● De gewone en effectieve verblijfplaats moet zich op het Belgisch grondgebied bevinden;
● Men is behoeftig en kan geen menswaardig leven leiden.
Art. 60, §3, tweede lid, van de OCMW- wet bepaalt dat de financiële hulpverlening bij beslissing van het OCMW kan worden onderworpen aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13, §2 van de RMI-wet.
Concreet gaat het om volgende voorwaarden uit de RMI-wet die gekoppeld kunnen worden aan de toekenning van een equivalent leefloon:
● Werkbereidheid (art. 3, 5° van de RMI-wet);
● Uitputting van de rechten op andere sociale uitkeringen (art. 3, 6° van de RMI-wet.);
● Doorverwijzing naar onderhoudsplichtigen (art. 4 van de RMI-wet);
● Het sluiten en naleven van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (hierna genoemd "GPMI") (art.11 en art.13, §2 van de RMI-wet).
Opdat er aan de toekenning van een equivalent leefloon bijkomende voorwaarden kunnen gekoppeld worden is er bijgevolg een beslissing van het OCMW vereist.
Juridische grond
● Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-wet), artikel 60, §3, tweede lid waarin wordt bepaald dat het OCMW kan besluiten om de toekenning van financiële hulpverlening te koppelen aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13, §2 van de RMI-wet
● Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie (RMI-wet), artikel 3, 5° waarin wordt bepaald dat men werkbereid moet zijn om het recht op maatschappelijke integratie te kunnen genieten
● Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie (RMI-wet), artikel 3, 6° waarin wordt bepaald dat men zijn rechten moet laten gelden op sociale uitkeringen om het recht op maatschappelijke integratie te kunnen genieten
● Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie (RMI-wet), artikel 4 waarin wordt bepaald dat er gevraagd kan worden om bepaalde onderhoudsplichtigen aan te spreken
● Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie (RMI-wet), artikelen 11 en 13, §2 waarin wordt bepaald dat er een GPMI kan worden afgesloten en nageleefd moet worden
Advies
Het BCSD van 17 oktober 2023 gaf een positief advies tot koppeling van de voorwaarden vervat in artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13, §2 van de RMI-wet aan de toekenning van het equivalent leefloon.
Argumentatie
Met het oog op maatschappelijk integratie is het opportuun om de bijzondere voorwaarden opgenomen in de artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13, §2 van de RMI-wet te koppelen aan de toekenning van het equivalent leefloon. Deze voorwaarden hebben betrekking op werkbereidheid, uitputting sociale rechten, het aanspreken van onderhoudsplichtigen, het afsluiten en naleven van een GPMI.
De toepassing van de artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13, §2 van de RMI-wet dient formeel beslist te worden door het OCMW. Dit kan op twee manieren:
● Ofwel via een algemene beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn waardoor deze voorwaarden toepasselijk worden voor alle toekomstige financiële steunverlening
● Ofwel via een individuele beslissing door het bijzonder comité voor de sociale dienst (hierna genoemd "BCSD") naar aanleiding van een concrete casus.
Omwille van administratieve vereenvoudiging en het toepassen van gelijkvormige steunverlening, wordt er geopteerd voor een algemene beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De beslissing om de voorwaarden van de artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13, §2 van de RMI-wet te koppelen aan de toekenning van het equivalent leefloon, impliceert eveneens dat er sancties kunnen getroffen worden als de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden van de artikelen van de RMI-wet. Op grond van artikel 60, §3, derde en vierde lid OCMW-wet kan het recht op financiële hulp op voorstel van de maatschappelijk werker geweigerd of geheel of gedeeltelijk geschorst worden voor een periode van ten hoogste één maand. In geval van herhaling binnen de termijn van een jaar, bedraagt de schorsing ten hoogste drie maanden.
Financiële weerslag
Er is geen financiële weerslag.
BESLUIT
eenparig
Enig artikel:
De raad voor maatschappelijk welzijn besluit tot koppeling van de voorwaarden vervat in artikelen 3, 5° en 6°, 4, 11 en 13, §2 van de RMI-wet aan de toekenning van het equivalent leefloon.